Voordat de camera onder water gebruikt wordt
Verwijder de riem voor buitengebruik, wanneer u de camera onder water
gebruikt.
1. Zorg dat er geen vuil in het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf zit.
• Vuil zoals zand, stof of haren in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
moet verwijderd worden met een blaasbalgje.
• Vloeistoffen zoals waterdruppels in het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf moeten afgeveegd worden met een zachte droge doek.
2. Controleer of de waterbestendige afdichting (A1) van het deksel
van het batterijvak/de kaartsleuf niet gescheurd of vervormd is.
• De waterbestendigheid van de waterbestendige afdichting kan na een
jaar minder worden.
Als de waterbestendige afdichting minder wordt, moet u contact
opnemen met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst.
3. Zorg dat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf goed
gesloten is.
• Draai de vergrendeling van het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf tot deze vastklikt. Let op dat het dunne koord van de
camerariem niet vast komt te zitten.
• Controleer of de aanduiding van de vergrendeling op "Close" staat.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
onder water
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat water
de camera binnendringt.
• Duik niet met de camera onder water in water dieper dan 18 m.
• Gebruik de camera niet continu 60 minuten of langer onder water.
• Gebruik de camera alleen onder water als de watertemperatuur tussen 0 °C
en 40 °C ligt.
• Gebruik de camera niet bij warme bronnen.
• Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder
water.
• Stel de camera niet bloot aan schokken bij gebruik onder water.
Spring niet met de camera in het water of stel de camera niet bloot aan
hoge waterdruk zoals in stroomversnellingen of watervallen.
• Deze camera blijft niet drijven. Zorg dat u de camera niet laat vallen onder
water.
xiii