5.2. Nis
B
Y
A
5.3. Elektriciteit
- Breng de soepele voedingskabel vlak voor de daartoe bestemde opening in het toestel. De kabel moet
lang genoeg zijn om zonder problemen de aansluiting en eventuele latere interventies te kunnen uitvoe-
Trek altijd de stekker uit vóór elke installatie- of onderhoudshandeling aan de
5.4. Plaatsing van de haard
1. Demonteer de afneembare stukken.
- de deur (meer dan 45° openen en optillen)
- de rookafremmer (zie demonteren van een rooka-
frem -
- de kit vuurvaste stenen en de roosters.
2. Breng de haard in de nis en plaats hem goed.
- Neem de dichtingen voor de gebruikte gaten van het con-
vectiecircuit weg.
- Bepaal de hoogte (uitschuifbare poten (behalve OPTI760 DF)). OPGELET! Neem de MINIMUMDOOR-
SNEDE VOOR AANZUIGING VAN CONVECTIELUCHT in acht: 400 cm² vrije doorgang, houd dus rekening
met de doorgangscoëffi ciënt van de roosters en de fi lters als die aanwezig zijn.
- Zorg voor voldoende ruimte voor de ventilator indien nodig. De ventilator kan vanaf de binnenkant
of vanaf de onderkant van de haard worden gemonteerd.
- De buitensteunmuur en brandbare materialen moeten thermisch worden geïsoleerd.
- Plaats het toestel op zijn plaats, op de juiste hoogte en WATERPAS (links/rechts en voor/achter).
35 Optifi re
- Maak de doorgang voor de aansluiting op de schoorsteen en even-
tueel de warmeluchtkanalen vrij.
Y
- Neem eventuele rooktrechter en kleppen weg.
- Isoleer de buitenmuren.
- In het geval van nieuw metselwerk mag het metselwerk ABSO-
LUUT NIET op de bovenkant van de haard steunen.
A -->B: Systeem van decompressie en koeling van de haard en van de
schoorsteenmantel. Extra warmtewinning.
Z -->Y en W: Natuurlijke of geforceerde convectie (met optionele ven-
Z
tilator): Dubbelwandig recuperatiesysteem van de haard.
ventilator en de variator.
mer)