Controleren of er faxen in het
geheugen van de machine staan
Als op het LCD-scherm een foutmelding
wordt weergegeven, dan kunt u controleren
of er zich geen faxberichten in het geheugen
van de machine bevinden.
a
Druk op Menu, 9, 0, 1.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, bevinden er zich geen
faxberichten meer in het geheugen
van de machine.
Druk op Stop/Eindigen.
Als op het LCD-scherm
Nummer & Start wordt
weergegeven, bevinden er zich faxen
in het geheugen van de machine.
• U kunt de faxen naar een andere
faxmachine verzenden. (Zie Faxen
overbrengen naar een andere
faxmachine op pagina 141.)
• U kunt de faxen uit het geheugen
van de machine naar uw PC
verzenden. (Zie Faxen naar de pc
overbrengen op pagina 141.)
Opmerking
U kunt het rapport Faxjournaal naar een
andere faxmachine verzenden door op
Menu, 9, 0, 2 te drukken in stap a.
Faxen overbrengen naar een
andere faxmachine
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet gebruiken.
a
Volg stap a en b in Controleren of er
faxen in het geheugen van de machine
staan op pagina 141.
b
Voer het faxnummer in van het apparaat
waarnaar de faxen moeten worden verzonden.
c
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Faxen naar de pc
overbrengen
C
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw PC overbrengen.
a
Als u stap a en b hebt uitgevoerd in
Controleren of er faxen in het geheugen
van de machine staan op pagina 141,
drukt u op Stop/Eindigen.
b
Zorg dat u MFL-Pro Suite op uw pc hebt
geïnstalleerd, en zet vervolgens
PC-FAX Ontvangen aan op de pc. (Zie
voor meer informatie over PC-Fax
Ontvangen, PC-FAX ontvangen in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
c
Controleer of u Ontvang PC Fax hebt
ingesteld op de machine. (Zie PC-fax
ontvangen op pagina 66.)
Tijdens de instelling wordt u gevraagd of
u de faxen naar uw pc wilt verzenden.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle faxen naar uw pc wilt
verzenden, drukt u op 1.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op 2.
e
Op het LCD-scherm verschijnt het
volgende:
25.Afstandsopties
Reserveafdruk
a
Uit
b
Aan
Select. ab of OK
C
Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
f
Druk op Stop/Eindigen.
C
C
141