Zender van de afstandsbediening
1 POWER ON knop ( )
●
Schakelt de stroom in (Beeld wordt weergegeven)
als het scherm uitgeschakeld is (Standby
toestand).
2 STANDBY knop ( )
●
Schakelt de stroom uit (Standby toestand) als het
scherm is ingeschakeld.
3 Cijferknoppen (0 - 9)/∙
●
Inputcijfers in LAN instellingen.
4 PICTURE
●
Pas Beeldmodus aan.
5 SOUND
●
Wijzigt de Geluidsmodus.
6 VOL +/VOL -
●
Past het geluidsniveau aan.
7 Navigatieknoppen (
●
Gebruikt in het USB menu en HDMI CEC functie.
8 ENTER/Cursorknoppen (
●
Gebruikt om te werken met de menuschermen.
16
Nederlands
, , ►,
)
)
9 EXIT
●
Schakelt de menuschermen uit.
10 DISPLAY
●
Toont informatie over het getoonde signaal.
11 USB
●
Wijzigt naar kijken via USB apparaat.
12 HDMI
●
Kiest om te passen bij het inputsignaal.
13 MUTE
●
Geluid gedempt aan/uit.
14 INPUT ˄/˅
●
Wijzigt input naar weergave op het scherm.
15 ASPECT
●
Verander beeldverhouding.
16 MENU
●
Druk om het OSD menu te openen.
Opmerking
●
In deze handleiding, worden knoppen van de
afstandsbediening en de eenheid weergegeven als
< >.
(Bijvoorbeeld: <INPUT>.)
De werking wordt vooral uitgelegd door het aangeven
van de knoppen van de afstandsbediening maar je
kan ook werken met de knoppen op de eenheid als er
dezelfde knoppen zijn.