AFSTELLING EN PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING
Voer alle controles en afstellingen uit
met de machine op een vlakke effen
en verhardde vloer. De machine
moet stil staan, de messen dienen te
zijn uitgeschakeld, de parkeerrem
aangetrokken en de contactsleutel
dient verwijdert te zijn.
WAARSCHUWING
Maak tevens de massa (-) kabel van de
accu los wanneer u onderhoud pleegt
aan de motor, de koppeling of aan het
elektrische en beveiliging circuit. De
accu is gemonteerd onder het linker
spatbord.
VERMINDERDE
AANDRIJFKRACHT VAN HET G
AANDRIJFSYSTEEM
Controleer het olie niveau in het reservoir.
Controleer alle hydraulische aansluitingen
op lekkages. Verzeker uzelf ervan dat de
aandrijfriem niet slipt en juist gespannen
is. Controleer afstelling van de parkeer rem.
Controleer of de vrijloop klep op de pomp goed
vast staat zodat de olie goed rondgepompt wordt.
VERVANGING VAN DE
AANDRIJFRIEM
(Zie fi guur 12)
1. Demonteer het achterschild (blz 52,
Onderdeel 43) door de twee rubber motorkap
sluitingen of bouten aan de zijkanten los te
maken, het schild iets naar boven te tilen en
dan naar achteren te trekken.
2. Verwijder de mes aandrijfriem (A) zoals dat
beschreven staat in hoofdstuk "Verwijder de
mes aandrijfriem" (blz 42).
3. Maak borgmoer C los en draai de
onderliggende moer D terug (linksom) tot
tegen het einde van de Haakbout (E) zodat
de spanveer de minimale spanning heeft.
4. Trek aan de spanarm (F) op de spanveer (G)
op te rekken en verwijder de V-riem (B) van
F
5.75" (146mm)
E
C
de pulley.
5. Monteer een nieuwe V-riem terwijl de veer
nog ongespannen is.
6. Om de V-riem spanning te stellen, draai
de bovenste borgmoer (C) op de haakbout
los. Stel de onderste spanmoer (D) zo af dat
de spanveer een lengte heeft van 146 mm.
2
Draai daarna de bovenste borgmoer weer
vast tegen de steun.
7. Monteer daarna de mesaandrijf riem zoals
beschreven staat in desbetreffende hoofdstuk
op blz. 42.
8. Nadat de machine 10 uur in bedrijf is
geweest dient u de V-riem spanning weer te
controleren.
AFSTELLING VAN DE
STOPMAGNEET
De kabel tussen de stopmagneet en de handel op
de brandstofpomp dient zo afgesteld te zijn dat
de stopmagneet helemaal tot het eind (bodem)
aan kan trekken. Dit dient te gebeuren voordat
de handel op de brandstofpomp helemaal
aangetrokken is. Deze moet nog een speling
hebben van 1,6 tot 3,2 mm.
D e s t o p m a g n e e t i s o n t w o r p e n o m d e
brandstofklep van de motor open te houden
tijdens gebruik. Wanneer de contactsleutel op
start gedraaid wordt trekt de magneet aan en
opent de brandstof klep. Wanneer de sleutel
op stop gedraaid wordt zal de magneet loslaten
waardoor de brandstofklep gesloten wordt.
36
B
A
G
D
Figuur 12