1
1.2.4
BA.DEU.16-30046-07-21-FTA-jr
Toepassingsgebied en
veiligheidsvoorschriften
Tijdens een bergafrit niet schakelen of ontkoppelen. Het hoge
zwaartepunt beïnvloedt het rijgedrag, sturen en remmen nadelig. Let op
voldoende rem en stuur mogelijkheden.
Voldoende afstand bewaren tot begroeiing en greppels e.d.
Tijdens het passeren van viaducten, bruggen e.d. nadrukkelijk op de
max. doorrijhoogte van het voertuig letten.
Bij het nemen van bochten moet gelet worden op het uitzwenken van het
achterste deel van het voertuig, bepaald door de achterbouw van het
voertuig.
Bij uitval van de voertuig aandrijving de Ruthmann hoogwerker conform
de aanwijzingen van de voertuigfabrikant af laten voeren.
Werken met de Ruthmann hoogwerker
Het bedienend personeel van de Ruthmann hoogwerker dient erop te
letten dat bij geen enkele beweging zijzelf of anderen in gevaar gebracht
worden.
In het geval dat de Ruthmann hoogwerker door één persoon bediend
wordt dienen ramen en deuren van de voertuigcabine afgesloten te zijn.
De werkgondel mag alleen betreden en verlaten worden via de daartoe
geschikte opening.
Het maximaal toelaatbare gewicht van de werkgondel mag nooit
overschreden worden.
- Gevaar van kantelen! -
Wij raden aan tijdens het werk in de werkgondel veiligheidsgordels te
dragen.
Bij het gebruik van een kettingzaag moet, vanaf twee personen in de
overeenkomstig
werkgondel,
Baumarbeiten" en UVV 4.2§3 "Gartenbau, Obstbau und Parkanlagen"
van de Gartenbau-Berufsgenossenschaft, een scheidingshekwerk tussen
de gebruiker van de motorzaag en de overige personen zijn geplaatst.
De grote arm van de Ruthmann hoogwerker mag pas geheven worden
nadat de steunen op de juiste wijze zijn afgestempeld.
Voorwerpen (bijv. gereedschap) in de werkgondel dienen zo te zijn
aangebracht dat een onvoorziene beweging ervan voorkomen wordt.
Vanuit de werkgondel mag op een object een max. manuele kracht
uitgeoefend worden van 400N.
Ruthmann-Hoogwerker
GBG
1
"Arbeitssicherheit
TB270.3
bei
1-7