12
Telefoon en SIM-kaart zijn met ver-
schillende codes tegen misbruik be-
veiligd.
Bewaar deze codes op een veilige
plaats, maar wel zo dat u ze terug kunt
vinden als u ze zelf later nog nodig hebt!
PIN
Beveiligt de SIM-kaart (per-
soonlijk identificatienummer).
PIN2
Vereist voor het instellen van de
kostenweergave en voor extra
functies van speciale SIM-kaar-
ten.
PUK
Met deze code kunnen SIM-
PUK2
kaarten na herhaaldelijke in-
voer van een onjuiste PIN-code
worden gedeblokkeerd.
Toestel-
Beveiligt sommige toestel-
code
functies. Moet bij de eerste
veiligheidsinstellingen worden
ingevoerd.
K
Instellingen
§Menu§
K
vervolgens functie kiezen
Codes
PIN-gebruik
Gewoonlijk wordt u na het inschake-
len van het toestel gevraagd om een
PIN-code. U kunt deze controle uit-
schakelen, maar u riskeert daarmee
wel dat het toestel onbevoegd wordt
gebruikt. Sommige providers bieden
deze uitschakeloptie overigens niet
aan.
Beveiliging
K
Beveiliging
Indrukken.
§Kies§
J
PIN invoeren.
§OK§
Invoer bevestigen.
Indrukken.
§Wijzigen§
Bevestigen.
§OK§
PIN wijzigen
U kunt de PIN-code veranderen in
een ander nummer (4 tot 8 cijfers)
dat u beter kunt onthouden.
J
Huidige PIN invoeren.
Indrukken.
§OK§
J
Nieuwe PIN invoeren.
§OK§
,
J
Nieuwe PIN herhalen.
§OK§
,
PIN2 wijzigen
(Alleen als PIN 2 beschikbaar is).
Procedure zoals bij
PIN
wijzigen.