3.
Druk de geheugenmodule in de aansluiting tot deze op zijn plaats klikt.
Als u de geheugenmodule op juiste wijze aanbrengt, zullen de
bevestigingsklemmen vastklikken in de uitsparingen aan elk uiteinde van
de module.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze is geïnstalleerd,
start de computer mogelijk niet meer op.
4.
Plaats het zijpaneel terug (zie "Het zijpaneel verwijderen en terugplaatsen"
op pagina 36).
5.
Sluit de stroomkabel en alle externe randapparatuur weer op de
computer aan.
6.
Zet de computer aan.
Tijdens het opstarten zal de computer het extra geheugen detecteren en
automatisch de configuratie-informatie van de computer bijwerken. U kunt als
volgt de geheugencapaciteit van uw computer raadplegen:
Klik op Start
Configuratiescherm
→
Systeem en beveiliging
Systeem.
→
→
RegularVaste schijven verwijderen en vervangen
OPMERKING: Voor een maximale prestatie moet u met SATA 3.0 (6 Gb/s)
compatibele vaste schijven aansluiten op de SATA 3.0 (6 Gb/s)-poort(en)
op het moederbord.
De vaste schijf/schijven verwijderen:
1.
Volg de aanwijzingen onder "Voordat u begint" op pagina
2.
Verwijder het zijpaneel (zie "Het zijpaneel verwijderen en terugplaatsen" op
pagina 36).
3.
Maak de voedings- en gegevenskabel los van de harde schijf (indien
van toepassing).
hooFdSTuK 4: EXTRA oF VERVAnGEndE ondERdELEn InSTALLEREn
34.
39