Instrumentinstellingen -
communicatieprotocol
Instrumentinstellingen -
Datum/Tijd
Meetplaats - ingang
VEGAMET 391 • 4 ... 20 mA/HART
6 In bedrijf nemen met de geïntegreerde aanwijs- en bedieningseenheid
Bij instrumenten met geïntegreerde RS232-interface wordt hier vast-
gelegd, in welke bedrijfsstand deze seriële interface moet werken. De
volgende opties staan ter beschikking.
•
VVO-protocol: directe seriële verbinding tussen regelaar en PC
voor parametrering en opvragen (bijv. met PACTware en DTM)
•
PPP: EDI-verbinding tussen regelaar en modem voor zelfstandig
verzenden van e-mails (Dial-Out verbinding) of opvragen via web-
browser (Dial-In verbinding)
•
ASCII-protocol: directe seriële verbinding tussen regelaar en PC
voor opvragen met terminalprogramma, bijv. Hyperterminal
→
Voer uw instellingen uit via de betreffende toetsen en sla deze op
met [OK]. Meer informatie vindt u in de aanvullende handleiding
" RS232-/ethernetverbinding" eb in de online-help van de betref-
fende DTM.
Bij instrumenten met een geïntegreerde RS232-/Ethernet-interface
kan in dit menupunt de datum en de tijd worden ingevoerd. Deze
tijdsinstellingen worden bij voedingsuitval via een condensator en een
batterij maximaal 10 jaar bewaard.
→
Voer uw instellingen uit via de betreffende toetsen en sla deze op
met [OK].
De VEGAMET 391 kan de meetwaarden van 4 ... 20 mA/HART-sen-
soren zowel analoog, als ook via het digitale HART-protocol verwer-
ken.
Analoge 4 ... 20 mA-overdracht
In de standaard instelling van de VEGAMET 391 volgt de meetwaar-
de-overdracht via een analoog 4 ... 20 mA-signaal. Een inregeling
in de sensor heeft direct effect op de ingangsgrootheid van de
VEGAMET 391. Voer nu op een instrument de inregeling uit, op de
VEGAMET 391 of op de sensor. De inregeling in VEGAMET 391 volgt
bij de analoge overdracht altijd in mA.
Digitale HART-overdracht
Bij de overdracht via HART moet aan de VEGAMET 391 worden
meegedeeld, welke sensorwaarde voor de verdere verwerking moet
worden gebruikt. Afhankelijk van het sensortype kan dit afstand,
druk of temperatuur zijn. Bij alle HART-sensoren wordt altijd de
onveranderde ingangswaarde van de sensor naar de VEGAMET 391
overgedragen. De inregeling moet daarom altijd op VEGAMET 391
worden uitgevoerd, nooit op de sensor. Hierbij staan verschillende
meetgrootheden en maateenheden ter beschikking.
21