5 Op de voedingsspanning en het bussysteem aansluiten
Overzicht
20
Fig. 12: Aansluitstappen 5 en 6
1
Eenkamerbehuizing
2
Tweekamerbehuizing
6. Aderuiteinden conform aansluitschema in de klemmen steken
Informatie:
Massieve aders en soepele aders met adereindhuls worden direct in
de klemopeningen geplaatst. Bij soepele aders zonder eindhuls met
een kleine schroevendraaier boven op de klem drukken, de klemope-
ning wordt vrijgegeven. Door loslaten van de schroevendraaier
worden de klemmen weer gesloten.
Meer informatie over de max. aderdiameter vindt u onder "Technische
gegevens - Elektromechanische gegevens".
7. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
8. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard-
klem met de potentiaalvereffening verbinden
9. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
10. Eventueel aanwezige display- en bedieningsmodule weer plaat-
sen
11. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5.3
Aansluitschema tweekamerbehuizing
1
Fig. 13: Positie van de aansluitruimte (Modubus-elektronica) en elektronicaruim-
te (sensorelektronica)
1
Aansluitruimte
2
Elektronicaruimte
1
VEGAPULS 65 • Modbus- en Levelmaster-protocol
2
2