Demping
Correctie momentele
waarde (handmatig)
MINITRAC 31 • Foundation Fieldbus
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Na het bewerken moet u het volledige waardepaar activeren, zodat
het lineariseringspunt actief wordt.
Actieve lineariseringspunten herkent u aan een klein, aangekruist
vierkantje naast het nummer van het lineariseringspunt.
In dit menupunt kunt u de demping van de sensor instellen. Daarmee
kunt u variaties in de meetwaardeweergave bijv. door een onrustig
productoppervlak onderdrukken. Deze tijd mag tussen 1 en 1200 se-
conden liggen. Let erop, dat daarmee echter ook de reactietijd van de
meting groter wordt en het instrument op snelle meetwaardeverande-
ringen vertraagd reageert. In de regel is een tijd van ca. 60 seconden
voldoende, om de meetwaardeweergave tot rust te brengen.
Bij de instelling "automatisch" berekent het instrument op basis van
de inregeling en de meetwaardeveranderingen een bijbehorende
demping. Deze instelling is vooral geschikt voor toepassingen, waar-
bij afwisselend snelle en langzame niveauveranderingen optreden.
Het uitvoeren van een momentele waardecorrectie is alleen nodig,
wanneer de omstandigheden van het meetpunt zijn veranderd. Dit is
bijv. het geval bij slijtage aan een leiding.
Wanneer u bij een bepaald medium de dichtheid kent, kunt u in dit
menu de bepaalde werkelijke dichtheid invoeren, om de meetwaarde
te corrigeren. De functie verschuift de lineariseringscurve naar dit
bepaalde punt.
Daarmee kan de meting exact aan de omstandigheden in de leiding
worden aangepast.
43