Inhoudsopgave
Advertenties
4 - 2
Turbine met riemaandrijving volgens hfdst. 7.0 aanslu-
iten.
Hydraulische turbine-aandrijving volgens hfdst. 8.0
aansluiten.
Aansluitblok Q1 (Fig. 2.7) met slangkoppeling (Fig. 4.2/
1) op de trekker op een enkelwerkend regelventiel
aansluiten. Op het aansluitblok Q1 zijn aangesloten:
-
de markeurs
-
de vooropkomst markeur (Optie).
!
Veiligheidsvoorschriften volgens hfdst.
3.6.4 opvolgen!
Regelventielen
trekkercabine bedienen!
Bij het bedienen van het regelventiel wor-
den gelijktijdig de hydraulische cilinders
-
voor het bedienen van de markeurs en
-
van
de
ontkoppelen van de zaaiwielen voor de
rijpadenschakeling, onder druk gezet.
Personen uit de gevarenzone wegsturen!
Gevaar voor verwondingen door bewegen-
de delen!
Aansluitblok Q2 met slangkoppeling (Fig. 4.2/2) op de
trekker op een enkelwerkend regelventiel aansluiten.
Op het aansluitblok Q2 zijn aangesloten:
-
de hydraulische schaardrukverstelling (Optie)
-
de hydraulische drukverstelling van de exactegge
(Optie).
!
Veiligheidsvoorschriften
hoofdstuk 3.6.4 in acht nemen!
Regelventiel alleen vanuit de trekkercabine
bedienen!
Bij het bedienen van het regelventiel wor-
den gelijktijdig de hydrauliekcilinders van
-
de schaardrukverstelling en
-
de verstelling van de zaaihoeveelheid
onder druk gezet!
Personen uit de gevarenzone wegsturen!
Gevaar voor verwondingen door bewegen-
de delen!
Zaadbak vullen volgens hfdst. 9.0.
Doseereenheid op het betreffende zaadgoed instellen
volgens hfdst 10.0.
Stand van de aandrijfkast voor de zaaihoeveelheid
vaststellen volgens hfdst. 11.0.
AD-P03 Special DB2013 01.02
alleen
vanuit
schakelkast
voor
volgens
Fig. 4.2
de
het
1
2
3
22t229
Advertenties
Inhoudsopgave
