REMKO RXS H
8. Verwijder de vanuit de fabriek
gemonteerde beschermdoppen
evenals de wartelmoeren van
de aansluitingen en gebruik
deze tijdens de montage.
9. Zorg ervoor dat de
wartelmoeren aanwezig zijn
op de leiding, voordat u de
koudemiddelleidingen omflenst.
10.Bewerk de verlegde
koudemiddelleidingen
(afbeelding 5 en 6).
11. Controleer of de flens de juiste
vorm heeft (afbeelding 7).
12. Sluit de koppeling van de
koudemiddelleidingen eerst met
de hand aan op de afsluiter, om
ervoor te zorgen dat deze goed
aansluit.
5
Ontbramen van de koelmiddelleiding
Koudemiddelleiding
Ontbramer
6
Afvlakken van de koelmiddelleiding
Felsgereedschap
12
13. Monteer de schroefkoppelingen
nu definitief met 2 steeksleutels
met de juiste sleutelwijdte.
Houd de schroefkoppeling
tijdens het aandraaien met een
steeksleutel tegen (afbeelding 8).
14. Voorzie ten slotte
de geïnstalleerde
koelmiddelleidingen, inclusief
koppelingen, van een geschikte
warmte-isolatie.
15. Gebruik alleen voor het
temperatuurbereik toepasbare
en diffusiedichte isolatieslangen.
OPMERKING
Er mag alleen gereedschap
worden gebruikt, dat
geschikt is voor gebruik in
de koeltechniek. Pijpsnijder,
ontbramer, buigtang en
felsgereedschap.
7
Correcte afvlakvorm
8
Schroefkoppelingen vastdraaien
Vasttrekken 1ste beksleutel
Aanhaalmoment:
1 4
3 8
1 2
Tegenhouden
5 8
2. beksleutel
3 4
Aanvullende aanwijzingen
voor installatie
Bij het combineren van de
■
buitenunit met meerdere
binnenunits kan de procedure
voor het aansluiten van de
koudemiddelleidingen afwijken.
Monteer in dat geval de
meegeleverde verloopnippels
resp. T-stukken op de
binnenunit.
Is de enkele lengte van de
■
verbindingsleiding groter
dan 5 m, dan moet bij het
in bedrijf nemen van de
installatie koelmiddel worden
toegevoegd(zie hoofdstuk
"Koudemiddel bijvullen"").
" 15-20 Nm
" 32-40 Nm
" 50-60 Nm
" 65-75 Nm
" 95-105 Nm