Figuur 9
1. Trekhaakpin
2. Haak van trekvoertuig
3. Trekhaak
Algemeen overzicht
van de machine
Bedieningsorganen
Motor – Afzetten
Druk op de Motor-afzetten knop om de motor te
stoppen (Figuur 10).
1. Afvoerrichting, rechts
2. Motor – Afzetten
3. Gas – snel
Motor – Starten
Druk na het voltooien van de startprocedure op de
Motor-Starten knop om de motor te starten (Figuur 10).
Zie Het starten van de motor voor de startprocedure.
Afvoerrichting
Druk op de rechter- of linkerknop om de afvoer te
draaien in de gewenste richting (Figuur 10).
Motortoerental
Druk op de Snel (konijn) of Langzaam (turtle) knop om
de snelheid van de motor te verhogen of te verlagen
(Figuur 10).
Contactschakelaar
De contactschakelaar (Figuur 11), waarmee u de motor
start en afzet, heeft drie standen: STOP, LOPEN en
START. Draai het sleuteltje naar rechts op START om
de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los
zodra de motor start. Het sleuteltje komt automatisch
11
Figuur 10
4. Afvoerrichting, links
5. Gas – LANGZAAM
6. Motor – Starten