Bedieningstechnieken
286
Signalleringsschema
KNIKARM BRENGEN
Knijp beide handen dicht en wijs met
de duimen naar buiten toe.
V1065931
BAK SLUITEN
(VOOROVERHALEN)
Knijp een van beide handen dicht en
houd deze hand stil. Beschrijf met
uw andere hand een kleine verticale
cirkel, terwijl u met de wijsvinger van
dezelfde hand naar de
dichtgeknepen hand wijst.
V
BOCHT MAKEN
Houd uw onderarm omhoog terwijl u
met een gebalde vuist de richting
van de te maken bocht aangeeft.
Beweeg uw andere vuist in een
verticale cirkel om de draairichting
van de rupsband of de wielen aan te
geven.
V1065939
RIJDEN
Houd uw onderarm omhoog terwijl u met een gebalde vuist de richting van
de te maken bocht aangeeft. Beweeg uw andere vuist in een verticale cirkel
om de draairichting van de rupsband of de wielen aan te geven.
V1065938
UITSCHUIFBARE GIEK
AANTREKKEN
Knijp beide handen dicht en wijs met
de duimen naar binnen toe.
BAK SLUITEN
(ACHTEROVERHALEN)
Open een van beide handen en
houd deze hand stil. Beschrijf met
uw andere hand een kleine verticale
cirkel, terwijl u met de wijsvinger van
dezelfde hand naar de geopende
hand wijst.
V1104052
TEGENDRAAIEN
Leg een van uw handen op uw hoofd om aan te geven welke rupsband of
wielen er achteruit moet(en) draaien. Beweeg uw andere vuist in een
verticale cirkel om aan te geven welke rupsband of wielen er vooruit
moet(en) draaien.
UITSCHUIFBARE GIEK
STREKKEN
Knijp beide handen dicht en wijs met
de duimen naar buiten toe.
V1065932
BOCHT MAKEN
Houd uw onderarm omhoog terwijl u
met een gebalde vuist de richting
van de te maken bocht aangeeft.
Beweeg uw andere vuist in een
verticale cirkel om de draairichting
van de rupsband of de wielen aan te
geven.
V1065936
V1065940
RESTERENDE AFSTAND
AANGEVEN
Houd uw onderarmen omhoog met
de handen geopend naar elkaar toe
en geef de resterende afstand aan.
V1065941
V1104051
V1065937
V1065935
V1065942