Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Zet de handgreep geheel naar boven en
vergrendel deze om de parkeerrem in te
schakelen.
– Zet de motor uit en verwijder het sleuteltje
(indien aanwezig).
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Laat de machine afkoelen voordat u er
instellingen of onderhoud aan verricht, of de
machine schoonmaakt of stalt.
•
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
De machine stallen voor
minder dan 30 dagen
WAARSCHUWING
Bij het opladen produceert de accu gassen
die tot ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg
ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij
de accu komen.
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud, zie
machine klaar maken voor onderhoud (bladz.
69).
2.
Koppel de bougiekabel af.
3.
Verwijder gras, vuil en vet van de buitenkant van
de gehele machine, met name van de motor
en het hydraulische systeem. Verwijder vuil en
kaf van de buitenkant van de koelribben van de
cilinderkop en de ventilatorbehuizing.
4.
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt, zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
5.
Ververs de motorolie, zie
en filter vervangen (bladz.
6.
Vervang de hydraulische filters en vloeistof,
zie
Hydraulische vloeistof verversen en filters
vervangen (bladz.
7.
Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
75).
Motorolie verversen
78).
88).
85).
8.
Controleer de conditie van de tanden.
De machine stallen buiten
het werkseizoen
Als u de machine stalt buiten het werkseizoen voer
dan de stappen van
dan 30 dagen (bladz. 91)
•
Voorbereiden van het chassis (bladz. 91)
•
Behandeling van de motor en brandstofsysteem
(bladz. 91)
•
De accu voorbereiden (bladz. 92)
Voorbereiden van het chassis
1.
Controleer alle bouten, schroeven en moeren en
draai deze vast. Versleten of beschadigde delen
repareren of vervangen.
2.
Reinig en droog de gehele machine. Verwijder
de tanden en reinig en smeer ze. Spuit een dun
laagje olie op de lagers van de beluchtingskop
(verbindingen van kruk en demper).
Belangrijk:
mild reinigingsmiddel en water wassen.
Maak de machine niet schoon met een
hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel
water, vooral niet in de buurt van het
bedieningspaneel, de motor, de hydraulische
pompen en de accu.
Opmerking:
na het wassen 2 tot 5 minuten bij een hoog
toerental lopen.
3.
Werk alle krassen en beschadigingen van de lak
bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende
De
distributeur.
4.
Bevestig de onderhoudsvergrendeling als de
machine voor meerdere dagen wordt gestald.
5.
Sla de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte op. Verwijder het sleuteltje uit het
contact en bewaar dit buiten bereik van kinderen
of onbevoegde personen.
6.
Dek de machine af om deze te beschermen en
schoon te houden.
Behandeling van de motor en
brandstofsysteem
1.
Voeg een stabilisator/conditioner op
aardoliebasis toe aan de brandstof in de tank.
Volg de mengvoorschriften van de fabrikant van
de stabilisator op. Gebruik nooit stabilizer op
alcoholbasis (ethanol of methanol).
91
De machine stallen voor minder
uit, en tevens:
U kunt het voertuig met een
Laat de motor van de machine