Uitschakelen
Door de thermostaatknop (A) op
hoofdbrander in de vorstbeveiligingsstand.
U schakelt de beide branders uit door de ontsteekknop (B) naar
te draaien.
6.6 AANSTEKEN/UITSCHAKELEN VAN DE SFEERBRANDER
Belangrijk: Draai knop B op stand
afzonderlijk te regelen branders te bedienen.
De sfeerbrander is met knop C in te stellen op een stand naar keuze.
Het sfeervuur blijft onveranderd continu branden. Indien een andere
stand gewenst is, dan met knop C opnieuw instellen.
Aansteken
Knop C indrukken en linksom draaien via
Uitschakelen
Knop C maximaal rechtsom draaien naar
NL 10
1
te zetten, schakelt u de
, pas dan zijn de twee
.
.
7. REINIGING EN ONDERHOUD
De haard dient jaarlijks te worden gereinigd en gecontroleerd door
een erkend installateur. Dit geldt ook voor het rookkanaal.
Controle op:
- dichtheid van het gascircuit;
- de juiste werking van de regelkraan, het thermokoppelcircuit en het
ontsteken van de brander.
Reiniging van:
- waakvlamsysteem;
- de brander;
- de verbrandingsruimte;
- de rookgasafvoer.
7.1 REINIGING VAN DE BRANDER
Wanneer de haard is afgekoeld, kan de brander gereinigd worden.
Past u op dat u de kolenset op de juiste wijze teruglegt
7.2 REINIGING VAN HET GLAS
Afhankelijk van de gebruiksintensiteit kan zich in de loop der tijd een
aanslag vormen op het glas. Deze aanslag kunt u verwijderen met
een speciale glasreiniger of ceramische kookplaatreiniger. Raadpleeg
de instructies op de verpakking. Wij raden aan het toestel schoon te
laten maken door een erkend installateur.
Een slecht functionerende schoorsteen en verkeerde positie van de
blokken zorgen voor een grotere vervuiling van het glas.
7.3 ONDERHOUD VAN DE GELAKTE DELEN
De lak opwrijven met een zachte doek. Verwijder eventuele vlekken
als de haard koud is met een vochtige doek of lauw water. In geen
geval schuurmiddelen, benzine, petroleum of andere oplosmiddelen
gebruiken.
NL 11