C. Monteer de bout van de veerbuis op het
tegenoverliggende lipje van het draagframe, en
bevestig met de flensmoer. De kop van de bout
moet zich bevinden aan de buitenkant van de lip
zoals wordt getoond in
Figuur 5
1. Tegenoverliggende lipje
van draagframe
D. Monteer de stangbeugel op de lipjes van het
maaidek; gebruik hierbij de slotbouten en moeren
(Figuur
5).
Belangrijk: Op maaidek nummer 4 (links
vooraan) en 5 (rechts vooraan)
u de montagemoeren van de stangbeugel
gebruiken om de slanggeleiders aan de
voorzijde van de lippen van het maaidek te
bevestigen
(Figuur
moeten naar het middelste maaidek zijn
gericht
(Figuur 7
1
1. De slanggeleiders moeten naar het middelste maaidek gericht zijn.
Opmerking: Als u de maaidekken monteert
of verwijdert, moet u de R-pen in de opening
voor de veerstang naast de stangbeugel plaatsen.
Anders moet de R-pen worden geplaatst in de
opening in het uiteinde van de stang.
Figuur
5.
2. Stangbeugel
(Figuur
6) moet
7). De slanggeleiders
en
Figuur
8).
1. Slanggeleider (maaidek 4
afgebeeld)
2. Stangbeugel
Figuur 8
6. Laat alle hefarmen volledig zakken.
7. Verwijder de borgpen en het kapje van het juk van het
draaipunt van de hefarm
14
Figuur 6
Figuur 7
3. Moer
1
(Figuur
9).
g019284