34
nl | Overbruggen/Isoleren
3.
4.
7.3.2
Een zone wel/niet isoleren via het LED-/ LCD-
bedieningspaneel
1.
2.
3.
4.
5.
7.3.3
Geïsoleerde zones weergeven
1.
2.
3.
2019.08 | 10 | F.01U.295.572
Selecteer de zones die u wel/niet wilt isoleren met [*].
De geselecteerde zones worden wel/niet aangevinkt.
Druk op [#] om te bevestigen en af te sluiten.
Voer uw code in + [3] [5] en druk op [#].
De AANWEZIG-indicator knippert langzaam. De langzaam
knipperende nummerindicatoren geven de geïsoleerde
zones aan. Als er geen nummers branden, zijn er nog geen
zones geïsoleerd.
Voer het nummer in van de zone die u wilt isoleren of
waarvoor u het isoleren ongedaan wilt maken.
Druk op [*].
U hoort twee pieptonen. De bijbehorende nummerindicator
brandt wel/niet.
Herhaal stap 2 als u meerdere zones wilt isoleren of het
isoleren ongedaan wilt maken.
Druk op [#] om af te sluiten.
Voer uw code in + [3] [6] en druk op [#].
U hoort twee pieptonen en de geïsoleerde zones worden
weergegeven.
Gebruik [▲] en [▼] om alle geïsoleerde zones weer te geven.
Druk op [#] om af te sluiten.
AMAX panel
Bosch Security Systems B.V.