INSTALLATIE
Par.
Weergave
Menu
Nr.
Display
Vertr. Quick
M2
143
Start Volg.
Hyst. Insch.
M2
77
Mod
opdat de volgende module wordt ingeschakeld nadat de in
Hyst. Uitsch.
M2
78
Mod.
Hyst. Quick
M2
144
Start
opdat de volgende module wordt ingeschakeld nadat de in
Par. 142 bepaalde tijd is verstreken (snelle inschakelmodus).
Hyst. Quick
M2
145
Stop
Hyst. Volledi-
M2
146
ge Uitsch.
Aantal een-
M2
147
heden
Cascademo-
M2
148
dus
Max. Daling
M2
79
Setp.
Max. Stijging
M2
80
Setp.
Vertr. Begin
M2
81
Modulatie
Verm. Insch.
M2
82
Volgende
Mod.
Bepaalt het maximumvermogen dat door geen van de mo-
Verm. Uitsch.
M2
83
Volgende
Mod.
Interval
M2
84
Rotatie
Rot. eerste
M2
149
module
M2
86
PID P Cascade
M2
87
PID I Cascade
Snelh. Resp.
M2
150
Verhoging
Beschrijving
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het uitschakelen
van de laatst in cascade ingeschakelde module in de snelle
uitschakelmodus.
Bepaalt hoeveel graden de door de primaire sonde gede-
tecteerde temperatuur onder het setpoint moet zakken
Par. 75 bepaalde tijd is verstreken.
Bepaalt hoeveel graden de door de primaire sonde ge-
detecteerde temperatuur boven het setpoint moet stijgen
opdat de laatst ingeschakelde module wordt uitgeschakeld
nadat de in Par. 76 bepaalde tijd is verstreken.
Bepaalt hoeveel graden de door de primaire sonde gede-
tecteerde temperatuur onder het setpoint moet zakken
Bepaalt hoeveel graden de door de primaire sonde ge-
detecteerde temperatuur boven het setpoint moet stijgen
opdat de laatst ingeschakelde module wordt uitgescha-
keld nadat de in Par. 143 bepaalde tijd is verstreken (snelle
uitschakelmodus).
Bepaalt hoeveel graden de door de primaire sonde ge-
detecteerde temperatuur boven het setpoint moet stijgen
opdat alle ingeschakelde modules tegelijkertijd worden
uitgeschakeld.
Bepaalt uit hoeveel modules de cascade is samengesteld.
Bepaalt de werkmodus van de cascade.
0 = Disabled
1 = Min burners
2 = Max burners
Bepaalt de maximumdaling van het cascadesetpoint op
het primaire circuit. Deze wordt gebaseerd op de door de
primaire sonde gedetecteerde waarde.
Bepaalt de maximumstijging van het cascadesetpoint op
het primaire circuit. Deze wordt gebaseerd op de door de
primaire sonde gedetecteerde waarde.
Bepaalt de tijd in minuten die moet verstrijken vanaf
het versturen van het verzoek opdat de in Par. 79 en 80
bepaalde dalingen of stijgingen van het setpoint worden
doorgevoerd.
Bepaalt het minimumvermogen dat door minstens een
module van de cascade moet worden overschreden opdat
de volgende module wordt ingeschakeld (indien de andere
voorwaarden in verband met de Par. 75 en 77 zijn vervuld).
dules van de cascade mag worden geëvenaard opdat de
laatst ingeschakelde module wordt uitgeschakeld (indien
de andere voorwaarden in verband met de Par. 76 en 78
zijn vervuld).
Bepaalt het tijdsinterval in dagen waarna de rotatie van de
modules wordt uitgevoerd.
Bepaalt het nummer van de volgende module die zal wor-
den geroteerd (deze waarde wordt bij elke rotatie automa-
tisch bijgewerkt).
Bepaalt de proportionele term voor de variatie van het
setpoint van de module in cascade.
Bepaalt de integrerende term voor de variatie van het
setpoint van de module in cascade.
Bepaalt de snelheid (uitgedrukt in °C/100 ms) waarmee
het setpoint van de individuele modules wordt verhoogd
indien het primaire setpoint niet is bereikt (als de waarde
op nul is ingesteld, wordt de variatie geregeld door de PI
van de Par. 86 en 87 zonder beperkingen).
Bereik
5...255
0...40
0...40
0...40
0...40
0...40
1...8
0,1,2
0...40
0...40
0...60
10...100
10...100
0...30
1..16
0...1275
0...1275
0...25.5
46
Fa-
Toe-
brieksin-
UM
gangs-
Categorie
stelling
type
15
Sec.
I
Cascade
5
°C
I
Cascade
4
°C
I
Cascade
20
°C
I
Cascade
6
°C
I
Cascade
8
°C
I
Cascade
8
I
Cascade
2
I
Cascade
2
°C
I
Cascade
5
°C
I
Cascade
60
Min.
I
Cascade
80
%
I
Cascade
25
%
I
Cascade
Da-
1
I
Cascade
gen
1
I
Cascade
50
O
Cascade
500
O
Cascade
1
O
Cascade