1
2
07.2016/V 3.0
2.12
Gebruik van de dienstruimteterminal
Met de dienstruimteterminal kunnen samenschakelingen wor-
den geactiveerd en gedeactiveerd. Hiermee kan op de organisa-
torische omstandigheden worden ingespeeld.
Voorbeeld: nachtdienst met samenschakeling van stations.
Aanwijzing: instellingen in de configuratiesoft-
i
ware.
Welke kamers tot een organisatorische eenheid (station) beho-
ren en de tekstuele weergave op het display wordt vastgelegd
op de systeembesturingscentrale.
•
Weergave- en bedieningselementen van de terminal
Display (1) voor tweeregelige meldingen.
Het capacitieve toetsenbord (2) op de zwarte glasplaat is
voorzien van 3 symbolen:
„OK"
–
, voor bevestiging/selectie.
Pijl omlaag"
–
„
„Telefoonhoorn"
–
spraakoproep.
Door een van de symbolen met een vinger aan te raken,
wordt de betreffende actie geactiveerd.
•
Beantwoorden en beëindigen van een spraakoproep
Een inkomende oproep wordt op het display en evt. akoes-
tisch met een zoemersignaal aangeduid.
–
Spraakoproep beantwoorden
Het hoornsymbool op het display moet zichtbaar zijn
(dit wordt geactiveerd bij een oproep vanaf een appa-
raat met spraakfunctionaliteit).
Raak met een vinger de toets met het hoornsymbool
aan. Communicatie met de oproepende persoon wordt
tot stand gebracht.
–
Spraakoproep beëindigen (oproep in de wachtstand zet-
ten)
Raak na het beantwoorden van de oproep nog een keer
het hoornsymbool aan. De oproep wordt na 5 minuten
weer actief.
–
Spraakoproep beëindigen (oproep op afstand uitschake-
len)
Beëindig de oproep door het OK-symbool aan te raken.
, voor openen van het menu en navigatie.
, voor beantwoorden van een
Functie
17