STATUSMELDING VAN DE BESTURING
De besturing TS 981 kan maximaal drie verschillende toestanden na elkaar weergegeven.
De statusmelding bestaat uit een letter en een cijfer. De letter en het cijfer knipperen
afwisselend.
Hierbij wordt onderscheiden tussen een foutmelding met een F en een kommandomelding
met E.
Weergave
Storingsbeschrijving
Veiligheidsschakelaar(s)
Loopdeurcontact geopend
X2.1-X2.2
Noodhandbediening bediend
of thermische beveiliging van
de motor geaktiveerd
Noodstopcontact geaktiveerd Kontroleer of het noodstop-schakelaar gesloten is of
Fout in de sluis-
configuratie
*Schakelaar loopdeur en / of
slapkabelschakelaar X 2.1-
X 2.2 en / of
**24V spanning te laag
Ingang X 2.1 - X 2.2 van de
besturing is defect
Geen sluitkantbeveiliging
gedetekteerd
Fotocelbewaking geaktiveerd Kontroleer of de fotocelbewaking korrekt is uitgelijnd of
Sluitkantbeveiliging werd 2x
achter elkaar tijdens de slui-
tingsmodus geaktiveerd
Sluitkantbeveiliging 8K2
geactiveerd
Maatregelen voor de storingsverhelping
Kontroleer of het loopdeurcontact gesloten is of de
aansluitleiding onderbroken is.
Kontroleer de noodhandbediening of Kontroleer of de
aandrijving overbelast of geblokkeerd wordt.
de aansluitleiding onderbroken is.
Controleren of de tegenbesturing is ingeschakeld,
de tegenbesturing op sluis is ingesteld of dat er sprake
is van een onderbreking in het verbindingssnoer.
*
Controleer de weerstand in de kring van de loopdeur
en/of slapkabelschakelaar **Controleer de spanning aan
de klemlijst 24V en GND. Kwiteren van de storing door
openen en sluiten van de klinketdeur of uit- en
inschakelen van de hoofdschakelaar resp. door de
netsteker uit de contactdoos te trekken en weer erin te
steken.
Kwiteren van de storing door uit- en inschakelen van de
hoofdschakelaar resp. door de netsteker uit te de
contactdoos te trekken en weer erin te steken. Zo nodig
besturing vervangen.
Kontroleer of de sluitkantbeveiliging korrekt is aan-
gesloten of de bedrijfsmodus verkeerd is ingesteld.
de aansluitleiding onderbroken is.
Kontroleer of zich een hindernis in het deurbereik be-
vindt of de aansluitleiding onderbroken of kortgesloten
is.
Kontroleer of de sluitkantbeveiliging bediend werd of de
aansluitleiding is kortgesloten.
pagina 39