6) Selecteer HF start of Lift TIG. Het is aan te raden om steeds
HF-start te selecteren. Hierdoor hebt u steeds een zuivere start van
het lasproces en geen inbranding in het werkstuk bij de start (wat
bij Lift-TIG wel mogelijk is). Daarnaast zal de wolframnaald zuiver
blijven en niet beschadigd worden bij het starten.
7) Selecteer Geen puls.
Draai aan de regelknop om de rode LED te verplaatsen.
Knop induwen en u kan de waarde aanpassen. Duw daarna
nog eens om de waarde op te slaan.
Letter A: voorblaastijd
Alvorens u een ontsteking en lasstroom zal hebben, moet
er eerst argon aanwezig zijn in de gascup van de tigtoorts.
Daarom kan u een tijd instellen waarbij er eerst argongas
zal vloeien alvorens de XTT212Di zal onsteken. Deze tijd is
afhankelijk van de lengte van uw toorts en welk materiaal u
gaat lassen. Bij een 4 meter toorts is 0.3 seconden voldoende.
Bij een 8 meter toorts is 0.5 seconden voldoende. Soms
is het beter om de voorgastijd langer te maken om zeker
voldoende argon bescherming rondom het smeltbad te hebben
(bijvoorbeeld bij titanium lassen). Stel uw keuze in via de
selectorknop. Te weinig voorblaastijd zal zorgen voor een
slechte onststeking en een lasfout bij de start van het lassen.
Letter C: Startstroom
Deze functie is alleen instelbaar bij 4T lassen. Een startstroom kan
zowel hoger, als lager zijn Dan de benodigde lasstroom.
Dit wordt vaak gebruikt als een "herkenpunt" bij het starten zodat
men zonder lasfout zich in de startpositie kan zetten bij het
lassen. Eénmaal op positie gaat men dan over naar de benodigde
lasstroom. De startstroom kan echter ook hoger zijn, als men bij
aluminium wil starten. Het kan een hulp zijn om met een hogere
stroom te starten, zodat u meteen een goed smeltbad hebt. Hierna
kan u de benodigde lasstroom verder gebruiken.
Letter D: Up slope
Bij up slope stelt u de tijd in die u wenst om vanaf de startstroom
naar de benodigde hoofdlasstroom te gaan.
Letter E: Hoofdlasstroom
Bij de hoofdlasstroom stelt u de lasstroom in die u nodig heeft om de
laswerken te kunnen uitvoeren. Hierin zijn enkele tips/tricks mogelijk
om te volgen.
20A à 25A per mm plaatdikte bij DC-lassen (2mm = +/- 50A)
30A à 35A per mm plaatdikte bij AC-lassen (2mm = +/- 70A)
Letter F: Downslope
Downslope is de tijd die u instelt om van de hoofdlasstroom naar de
eindstroom te gaan. Hierdoor kan u onzuivere las op het einde aan
de lasnaad vermijden.
Letter G: Eindstroom
De eindstroom kan enkel ingesteld worden in 4T. Wanneer u nog
tijdelijk op de eindstroom blijft staan, kan u de las zachter laten
afvloeien eventueel voor kratervulling. U vermijd daardoor een
onzuivere las op het einde.
Letter H: Nablaastijd
Hier stelt u de tijdsduur in dat argon blijft nastromen na het lassen.
De nablaastijd zorgt ervoor dat er nog argon aanwezig blijft tijdens
het afkoelen van de las. Dit zorgt ervoor dat de wolfraam beschermd
blijft met argon tijdens het afkoelen. Afhankelijk welke lasprocedure
u doet kan de tijd variëren. Neem minimaal 3 seconden bij staal
en 5 seconden bij aluminium. Een te kort ingestelde tijd zal ook de
kwaliteit van de wolframnaald beïnvloeden, waardoor de volgende
opstart van het lassen minder goed zal verlopen.
www.parweld.com
17