I/O — input/output (invoer/uitvoer) — Een bewerking of apparaat waarmee gegevens
van de computer kunnen worden gehaald of erop kunnen worden gezet. Toetsenborden
en printers zijn I/O-apparaten.
I/O-adres — Een adres in RAM dat gekoppeld is aan een specifiek apparaat (zoals een
seriële connector, parallelle connector of uitbreidingssleuf) en waarmee de processor
met dat apparaat kan communiceren.
IrDA — Infrared Data Association (vereniging voor infraroodgegevens) — De organisatie
die internationale standaarden maakt voor infraroodcommunicatie.
IRQ — interrupt request (interruptaanvraag) — Een elektronisch pad dat is toegewezen
aan een specifiek apparaat en het apparaat met de processor laat communiceren. Aan
elke apparaatverbinding moet een IRQ worden toegewezen. Hoewel dezelfde IRQ aan
twee apparaten kan worden toegewezen, kunt u niet op hetzelfde moment met beide
apparaten werken.
ISP — Internet service provider (internetserviceaanbieder) — Een bedrijf dat u toegang
geeft tot hun hostserver om direct verbinding te krijgen met het internet, e-mail te
verzenden en te ontvangen en websites te openen. De internetprovider voorziet u tegen
een vergoeding van een softwarepakket, een gebruikersnaam en inbelnummers.
K
Kb — kilobit — Een gegevenseenheid die gelijk is aan 1024 bits. Een maatstelsel voor
de capaciteit van in het geheugen geïntegreerde circuits.
KB — kilobyte — Een gegevenseenheid die gelijk is aan 1024 bytes, maar vaak wordt
aangeduid met 1000 bytes.
kHz — kilohertz — Een frequentie-eenheid die gelijk is aan 1000 Hz.
kloksnelheid — De snelheid in MHz die aangeeft hoe snel computeronderdelen werken
die zijn aangesloten op de systeembus.
koelplaat — Een metalen plaat op sommige processors die warmte wegleidt.
L
LAN — local area network — Een computernetwerk dat een klein gebied beslaat. Een
LAN is meestal beperkt tot een gebouw of een aantal nabijgelegen gebouwen. Een
LAN kan over elke afstand worden verbonden met een andere LAN via telefoonlijnen
en radiogolven en zo een WAN (Wide Area Network) vormen.
LCD — liquid crystal display (beeldscherm met vloeibare kristallen) — De technologie
die gebruikt wordt bij beeldschermen van draagbare computers en flat-panelmonitoren.
LED — light-emitting diode (licht afgevende halfgeleider) — Een elektronisch
onderdeel dat licht afgeeft om de status van de computer aan te duiden.
230
Verklarende woordenlijst