24
Veilig rijden
Hieronder geven wij u enkele eenvoudige tips hoe u met
uw scooter in het dagelijkse gebruik veilig en ontspannen
kunt rijden.
Uw vaardigheden en kennis van de scooter vormen
de basis voor veilig rijgedrag. Maak daarom net zolang
proefritten met uw scooter op zijstraten met weinig
verkeer, tot u uw voertuig goed kent.
Rijd altijd binnen de grenzen van uw vaardigheden.
• Voordat u wegrijdt, uw helm opzetten en goed
vastmaken.
• Op onverharde wegen langzaam en voorzichtig
rijden.
• L et a.u.b. op: na lange ritten op natte straten zonder te
hebben geremd is de remcapaciteit aanvankelijk
verminderd. Onder deze rijomstandigheden moet de
rem regelmatig worden gebruikt.
• B ij natte wegen, onverharde wegen of wegen met glad wegdek
niet abrupt remmen.
• Altijd met beide remmen tegelijk remmen om de remwerking
te verdelen over beide wielen.
• Rijd nooit weg als de scooter nog op de standaard staat.
Om abrupt wegrijden te voorkomen, mag het achterwiel
niet draaien als het met de grond in aanraking komt.
• Als het voertuig op zandige, modderige of door sneeuw en
strooizout vervuilde wegen wordt gebruikt, moet de rem-
schijf regelmatig met een neutraal schoonmaakmiddel worden
schoongemaakt om schurende deeltjes uit de gaten van de
remschijf te verwijderen, die anders voortijdige slijtage van de
remblokken tot gevolg zouden hebben.
• Bij gebruik met 2 personen adviseren wij de bandenspanning met
0,2 - 0,3 bar te verhogen.
• W ij adviseren om de banden bij minder dan 2 mm profieldiepte te
vervangen. Neem ook hier de wettelijke voorschriften in acht!