4
Beheerfuncties
Pomp de band na aankoop van het voertuig op tot meer
•
dan 1,4 bar zodat TPMS de beginwaarde leert en
daarna normaal kan functioneren.
Herhaal het instelproces na het vervangen van
•
onderdelen.
Omdat de bandenspanningsdetector op het ventiel is
•
gemonteerd, moet u bij het vervangen van de band het
gereedschap uit de buurt van het ventiel houden.
Zorg ervoor dat u nieuwe onderdelen in de juiste
•
richting monteert.
De bandenspanningswaarden zijn alleen ter referentie.
•
Het losdraaien van de moer tijdens het installeren van
•
nieuwe onderdelen zorgt voor luchtverlies.
Als de bandenspanning niet gedetecteerd kan worden,
•
betekent dit dat de batterij van de
bandenspanningsdetector leeg raakt. Vervang in dat
geval de juiste onderdelen.
Let op
Eenheid druk veranderen
Open de APP en Bluetooth met de KEYLESS
hoofdschakelaar op AAN en maak verbinding met het
voertuig. Wanneer de verbinding tot stand is gekomen,
selecteer "Setting" → "Preference Setting" (instelling –
voorkeursinstelling) → de weergave-eenheid voor
bandenspanning kan worden gewijzigd naar voorkeur van
de eigenaar. De weergave op het dashboard zal gelijktijdig
veranderen.
58