16. fout- en waarschuwingsmeldingen
Het laadapparaat is voorzien van een groot aantal beschermings- en bewakingsfuncties ter controle van de
diverse functies en van de elektronica. Een overschrijding van bepaalde grenswaarden leidt in sommige gevallen
tot een automatische verkleining van instellingen aan het apparaat (b.v. laad- of ontlaadstroom) of tot het
stopzetten van het laadproces (b.v. bij een leeg rakende autoaccu).
Wanneer er een fout optreedt, worden de oorzaken hiervoor aangeduid op het display. De meeste foutmeldingen
spreken voor zichzelf. De volgende lijst met meldingen kan echter een hulp zijn bij het opsporen van de fout. De
waarschuwingsmelding en het akoestische waarschuwingssignaal kunnen via de "ENTER"-toets uitgezet
worden.
Komt de spanning van de autoaccu onder de in het programma-menu "onderspannings-afschakeling" in de
gebruikersinstellingen ingestelde waarde (11,0 V), dan volgt deze waarschuwing.
Wordt er aan de laadaansluitingen van het laadapparaat een accu met de polen verkeerd om aangesloten, dan
volgt deze waarschuwing.
Stelt het laadapparaat tijdens de lading/ontlading een onderbreking van de verbinding tussen accu en
laadapparaat vast, dan wordt deze foutmelding getoond.
Treedt deze foutmelding op tijdens het gebruik, dan kan dit wijzen op een breuk in de kabel of slecht contact.
Aanwijzing: deze foutmelding treedt ook op, wanneer u de lading, b.v. door het losmaken van de laadkabel,
onderbreekt.
Is de interne laad-veiligheidstimer afgelopen, dan wordt voor de veiligheid het lopende proces onderbroken.
De veiligheidstimer is bij NiCd/NiMH accu's vast ingesteld op 180 minuten. Bij Lithium-accu's op 180 min., bij
loodaccu's is de timer gedeactiveerd. Deze instellingen kunnen niet worden veranderd.
Mogelijke oorzaken: laadstroom te gering – accu wordt niet vol, laadkabel te dun en te lang – laadstroom kan
niet ver genoeg stijgen, capaciteit van de accu te groot.
Stelt het apparaat een te hoge spanning vast, b.v. een foutieve instelling bij het aantal Lithium cellen of bij
loodaccu's, dan verschijnt deze foutmelding.
Bovendien kan deze foutmelding voorkomen bij een overladen van de aangesloten cellen.
Stelt het apparaat een te lage spanning vast, b.v. een foutieve instelling bij het aantal Lithium cellen of bij
loodaccu's, dan verschijnt deze foutmelding.
Reden voor deze foutmelding is, dat de cellen vanwege de verkeerde instelling te ver worden ontladen.