10
OPUS 2 Spraakprocessor
Het toetsenbord bevat 15 toetsen (zie Fig. 5)
•
volumetoetsen:
te halen. Het geluidsniveau wordt continu omhoog of omlaag gehaald.
•
gevoeligheidstoetsen:
te halen. De geluidsgevoeligheid wordt continu omhoog of omlaag gehaald.
•
Standaardtoets: Deze toets
voorgedefinieerde waarden die door uw gehoorspecialist of door het klinische personeel
werden bepaald.
•
Toetsen voor programmaselectie:
vier verschillende programma's.
•
Toetsen voor inputselectie:
telespoel
•
Toetsen voor
Met de toetsen voor de processorselectie kunt u de linker
processoren
bv. om het toetsenbordslot te activeren of te deactiveren(zie hoofdstuk 5, OPUS 2
Spraakprocessor, FineTuner, Functies van de FineTuner - Automatisch toetsenbordslot).
Alle bedieningsfuncties van de FineTuner kunnen selectief worden gedeactiveerd door uw
gehoorspecialist of het klinisch personeel door de respectievelijke opdracht in de controle-
eenheid te deactiveren, met andere woorden uw FineTuner zal nog steeds alle opdrachten kunnen
doorvoeren, maar uw controle-eenheid zal de gedeactiveerde opdrachten niet uitvoeren.
bediening FineTuner
Twee toetsen om het algemene geluidsniveau omhoog
Twee toetsen om de geluidsgevoeligheid omhoog
Drie toetsen voor de selectie van de microfoon
of de microfoon en de telespoel (mix)
T
processorselectie(enkel voor patiënten met een tweevoudig implantaat):
selecteren. Deze knoppen moeten ook in de programmamodus staan,
zet het geluidsvolume en de geluidsgevoeligheid op
Vier toetsen
als signaalbron.
MT
Fig. 5 FineTuner
+
of omlaag
of omlaag
om toegang te krijgen tot
M
, de rechter
of beide
–
, de