9.
Verzopen motor - Als de motor niet aanslaat, drukt u op de "alleen gas"-knop en draait u de gasgreep
naar snel. Druk de chokeknop in en probeer de motor nogmaals te starten. Nadat de motor is
aangeslagen, verlaagt u het toerental onmiddellijk tot stationair.
10. Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, stopt u de motor en
controleert u of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de
waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat
de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, raakt hij
ernstig beschadigd.
MOTOR OPWARMEN
Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Motor starten - Modellen met afstandsbediening
Lees voordat u de motor start de 'Controlelijst vóór het starten', de 'Speciale bedieningsinstructies' en de
'Procedure voor het inlopen van de motor' in het hoofdstuk Bediening.
1.
Open op tanks met handbediende ontluchting de tankontluchtingsschroef in de vuldop.
2.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele
keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
BEDIENING
28550
27240
19748
46
nld