ATTENTIE
Als u de wielen en banden verkeerd ge-
bruikt, kan de bandenspanning plotseling
afnemen, het loopvlak loslaten of de band
zelfs exploderen.
De bestuurder is er verantwoordelijk voor
●
dat alle banden van de wagen de correcte
bandenspanning hebben. De aanbevolen
bandenspanning vindt u op een sticker
›››
afb.
189.
Controleer de bandenspanning regelma-
●
tig en zorg dat de banden altijd tot de aan-
gegeven bandenspanning gevuld zijn. Als
de bandenspanning te laag is, kunnen de
banden te heet worden en kunnen de loop-
vlakken loslaten en zelfs exploderen.
Als de banden koud zijn, moet u ervoor
●
zorgen dat de bandenspanning altijd gelijk
is aan de bandenspanning die op de sticker
›››
vermeld is
afb.
189.
Controleer wanneer de banden koud zijn
●
regelmatig de bandenspanning. Pas indien
nodig de bandenspanning van de op de
wagen ingebouwde banden aan die van de
koude banden aan.
Controleer regelmatig of de banden slij-
●
tage vertonen of beschadigd zijn.
Overschrijd nooit de snelheid en maxi-
●
maal toelaatbare belasting voor het type
band van uw wagen.
1)
Leef de normen van het land waar u rijdt na.
Wielen
Milieu-aanwijzing
Te lage bandenspanning verhoogt het
brandstofverbruik.
Slijtagemerktekens
Bandenprofiel: slijtagemerktekens.
Afb. 190
Wielen verwisselen.
Afb. 191
Op de profielbasis van de originele banden
zitten op regelmatige afstanden en dwars op
de rijrichting 1,6 mm diepe slijtagemerktekens
›››
afb.
190. De letters 'TWI' of driehoeken op
de flank van de band geven de positie van de
slijtagemerktekens aan.
De minimaal toegestane profieldiepte
reikt wanneer de banden zijn versleten tot
aan de slijtagemerktekens. Vervang de ban-
›››
den door nieuwe
.
Wielen verwisselen
Het is aan te bevelen om nu en dan de wielen
›››
volgens het schema
afb. 191
len om een gelijkmatige slijtage van de wie-
len te verkrijgen. Daardoor krijgen de banden
ongeveer dezelfde levensduur.
ATTENTIE
De banden moeten uiterlijk vervangen wor-
den als de slijtagemerktekens gesleten zijn.
Anders bestaat er gevaar voor ongelukken.
Dit is vooral zo in rijsituaties bij nat weg-
●
dek en gladheid. Het is belangrijk dat de
mogelijke profieldiepte van de banden zo
groot mogelijk en zo gelijk mogelijk op de
voor- en achteras is.
De verminderde rijveiligheid door een te
●
gering bandenprofiel valt vooral in nega-
tieve zin op bij de besturing, bij gevaar voor
1)
is be-
te verwisse-
»
315