Neem onderstaande aanwijzingen in acht:
1.
Zorg er voor dat de toevoer- en afvoerslangen goed zijn aangesloten.
2.
Druk op de knop om de deur te openen.
3.
Controleer of het filter op de juiste plaats zit.
4.
Plaats het vaatwerk op de rekken en bestek in het bestekkorfje.
5.
Controleer of de roterende sproeiarm vrij rond kan draaien. Verwijder eventuele obstakels.
6.
Doe het afwasmiddel in het daarvoor bestemde plaats aan de binnenkant van de deur.
Ongeveer 20 gram of een half blokje.
7.
Sluit de deur goed – klik geluid.
8.
Open de watertoevoer.
9.
Druk op de aan/uit-knop.
Ingedrukt = ingeschakeld (voeding)
Niet ingedrukt = niet ingeschakeld (geen voeding)
Het aan/uit lampje (stroom aan) gaat branden; het geeft aan dat de stroomtoevoer naar het
apparaat is ingeschakeld.
10. Kies het gewenste programma door op de programmaknop te drukken. Het betreffende
programma lampje is zichtbaar in het display.
- P1 = vuile vaat
- P2 = normale vaat
- P3 = snel programma
- P4 = 3 in 1 programma
- P5 = voorwassen
11. Druk op de pauze/start knop. Op het LED is het programma en de status van de wascyclus
af te lezen.
12. De vaatwasser stopt automatisch aan het einde van het programma. Het lampje stopt met
knipperen en een geluidsignaal is enkele seconden te horen. Het lampje gaat uit als de
machine gedurende 10 minuten niet wordt gebruikt. Het lampje stroom-aan blijft branden
totdat de stroom wordt uitgeschakeld door middel van de aan/uitknop.
13. De vaatwasser stopt als de deur tijdens gebruik onbedoeld wordt geopend.
14. Tijdens een programma kan een ander programma worden gekozen; druk de
pauze/startknop in, kies een ander programma en druk op de pauze/start knop.
15. Laat na voltooiing van het programma het vaatwerk tenminste 15 minuten afkoelen. Het
vaatwerk koelt sneller af als de deur een beetje wordt geopend.
16. Na het leegmaken van de vaatwasser het filter uit het apparaat nemen, voedselresten
verwijderen en het filter terugplaatsen.
Open de deur niet tijdens het draaien van een programma. De deur kan wel geopend
worden als de pauze/start knop is ingedrukt.
N.B.: Bij aanvang van elke cyclus begint de vaatwasser altijd in de afvoer ("drain')-modus omdat
de afvoerpomp altijd een geringe hoeveelheid water achterlaat (in het reservoir) van de vorige
cyclus. Dit is nodig om de pomp te voeden. Schrik daarom niet als u ziet dat een geringe
hoeveelheid water uit de afvoerslang wordt gepompt vóór aanvang van de gewone wascyclus.
(DAT IS NORMAAL).
Bedieningsvoorschriften
7