Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Biddle CA S Handleiding pagina 54

Comfort-luchtgordijn
Inhoudsopgave

Advertenties

S
TORINGEN
C
W
ODE
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
E5
Bij modellen met elektrische verwar-
ming:
De verwarming blijft werken, door-
dat een relais niet goed werkt.
Dit kan een ernstig defect zijn,
dat gevaar kan gevaar opleve-
ren voor personen.
E6
Bij modellen met waterverwarming:
Er is vorstgevaar door een te lage
uitblaastemperatuur. De vorstbevei-
liging is in werking (zie paragraaf
2.5.2).
Door bevriezing kan schade
aan de warmtewisselaar ont-
staan.
E7
Geen luchtstroom.
De elektrische verwarming van het
toestel wordt uitgeschakeld.
F1
Er is een storing in de luchtklep.
54
W
AT TE DOEN
1. Wis de storingsmelding (zie paragraaf 6.3.2).
2. Schakel de netvoeding op het toestel uit en in.
3. Laat het luchtgordijn enige tijd werken met de verwar-
ming uitgeschakeld (zie paragraaf 3.3) en controleer of
de uitgeblazen lucht koud blijft.
Er is sprake van een gevaarlijk defect indien:
-
er toch verwarming optreedt;
-
deze storingsmelding na een half uur terugkomt;
-
deze storing zich herhaaldelijk voordoet.
Doe in dat geval het volgende:
-
schakel het toestel direct spanningsloos;
-
neem contact op met Biddle.
1. Zorg ervoor dat de temperatuur in de ruimte hoger
wordt dan 8 ºC.
2. Volg de instructies bij storingscode F3.
U kunt deze storing voorkomen, door bij vorstgevaar de
CV-installatie door het toestel in te laten schakelen (zie
paragraaf 4.5.6, keuze 15).
1. Wis de storingsmelding (zie paragraaf 6.3.2).
2. Controleer de ventilatoren. Als één of meerdere venti-
latoren niet werken, controleer dan:
-
de bedrading op de ventilator;
-
de aansluitingen op de besturingsprint (connectors
X130, X120 en X110);
-
de zekering van de transformator;
-
de transformator zelf.
Als deze goed zijn: vervang de ventilator.
1. Wis de storingsmelding (zie paragraaf 6.3.2).
2. Wijzig de verwarmingsstand met het bedieningspaneel
en controleer of de luchtklep beweegt.
3. Verwijder eventuele obstakels uit het bereik van de
luchtklep.
4. Controleer of het toestel niet in de voeding gescha-
keld wordt (als het toestel wel in de voeding gescha-
keld wordt kan dit schade toebrengen aan de
klepaandrijving)
5. Controleer bedrading en connectors X140 en X210.
6. Vervang de klepaandrijving.
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave