ONDERHOUD
Controleren/vervangen brandstoffilter
Het brandstoffilter is geplaatst tussen de brandstofaansluiting en
de brandstofpomp. Water of vuil in het brandstoffilter kan leiden
tot vermogensverlies en moeilijk aanslaan. Controleer en
vervang het brandstoffilter regelmatig. Controle-interval: Elke
100 uur of 6 maanden
Verversingsinterval:
elke 200 bedrijfsuren of elk jaar.
122
WAARSCHUWING
• Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde
omstandigheden explosief. Rook niet en voorkom
open vuur en vonken tijdens het aftappen van
brandstof.
• Werk altijd in een goed geventileerde ruimte.
• Bewaar afgetapte brandstof altijd in een geschikte
jerrycan.
• Mors geen brandstof bij het vervangen van het filter.
Gemorste brandstof of brandstofdamp kan
ontbranden. Verwijder gemorste brandstof alvorens
de motor te starten.
<Inspectie>
TREKKEN
DUWEN
1. Neem de koppeling van de brandstofleiding los van de
buitenboordmotor.