6. De s88 mode
6.1 Werkwijze
6.2 s88 mode instellen
6.3 Toetsen structuur veranderen.
Worden modelspoorbanen automatisch via een computer-
programma gestuurd dan heeft de computersturing meldsignalen
nodig die aangeven in welk blok er een trein staat. Alleen zo kunnen
wissels of signalen goed geschakeld worden.
Zogenoemde s88 terugmeldmodules bewaken de blokken en
zenden het signaal „hier staat een trein" of „hier staat geen trein"
naar de central unit. De computer kan deze meldingen via een
interface opvangen en haar stuurinstructies overeenkomstig
coördineren.
In totaal kunnen 31 s88 modules met elk 16 ingangen (adressen 1
tot 31) direct aan de terugmeldbus worden aangesloten en
daarnaast externe modules (adressen 32 tot 128) via de LocoNet
aansluiting. In totaal zijn 2048 ingangen mogelijk. Het hoogst
geldige moduleadres is 128.
In de s88 mode worden de aangesloten terugmeldmodules
opgeroepen en hun terugmeldingen getoond.
In tegenstelling tot andere digitale central units slaat de Intellibox
de terugmeldsignalen intern op. De aangesloten computer behoeft
alleen nog maar een interne informatieflag op te vragen om te
bepalen of er een verandering heeft plaatsgevonden.
Om deze opvraagcyclus can de terugmeldmodules zo snel mogelijk
te kunnen uitvoeren heeft de Intellibox informatie nodig over het
aantal terugmeldmodules dat op de terugmeldbus is aangesloten.
Het aantal kan in het basismenu van de Intellibox (s88 instellingen,
hoofdtuk 8 van het Intellibox handboek) worden ingeveord.
De IB-Control heeft verschillende bedrijsmodi. Tot op heden zijn
verkrijgbaar Keyboard en s88 Monitor.
Bij iedere druk op de [mode]-toets wordt de bedrijfsmodus
veranderd en kort in het display getoond. Druk net zo vaak op de
[mode]-toets totdat in het display de tekst „s88 Mode" wordt
aangegeven.
Overeenkomstig met de ingestelde modus wordt de weergave in
het midden van het display veranderd.
Na het inschakelen wordt in de s88 mode altijd de module met het
adres 1 getoond.
24
IB-Control