6 Bediening
6.1 Handbediening met toetsen
De melder kan met toetsen of andere hogere opdrachten worden overstuurd. Bij de toetsen
kunnen externe toetsen of de geïntegreerde toets voor de lichtregeling worden gebruikt. Het is
belangrijk om te weten dat wanneer de geïntegreerde toets voor de lichtregeling wordt
gebruikt, geen aparte toets-ingangsobjecten nodig zijn. Worden externe toetsen gebruikt, dan
zijn daarvoor aparte toets-ingangsobjecten beschikbaar.
De handbediening heeft uitsluitend betrekking op de uitgangen licht. De uitgangen HVAC,
ruimtebewaking en lichtsterkte worden door de handbediening niet beïnvloed.
De volgende voorbeelden in het hoofdstuk Bediening hebben betrekking op het gebruik van
externe toetsen. Wordt de geïntegreerde toets gebruikt, dan zijn de ingangsobjecten niet nodig.
De functie is echter altijd identiek.
6.2 Handbediening (externe toets) met de functie schakelen zonder
dimbare verlichting
Wordt de verlichting met de
dan reageert de melder als volgt:
Bediening met toets
AAN-telegram
UIT-telegram
functie Licht
Licht schakelen
=
Reactie van de verlichting/melder
De verlichting wordt met een AAN-telegram naar het object
Licht ingang – Schakelen externe toets
De verlichting blijft bij aanwezigheid 30 minuten ingeschakeld.
De lichtmeting is gedeactiveerd.
Na afloop van de 30 minuten wordt de lichtmeting weer
geactiveerd. Bij voldoende lichtsterkte wordt een UIT-telegram
gezonden.
Wordt de ruimte vóór afloop van deze 30 minuten verlaten, dan
gaat het licht normaal na afloop van de ingestelde nalooptijd
uit.
De verlichting wordt met een UIT-telegram naar het object
Licht ingang – Schakelen externe toets
De verlichting blijft gedurende de aanwezigheid uitgeschakeld.
Na het verlaten van de ruimte en na afloop van de nalooptijd
staat de melder weer in de normale schakelmodus.
Bediening
handmatig bediend (externe toets),
(obj. 2) ingeschakeld.
(obj. 2) uitgeschakeld.
C1
C1
67