De instellingen aanpassen
6.
1) Druk op de MENU knop op het toestel, tot op het display UPLD
U kunt
aangepaste programma's van het huidige MASTER-toestel naar alle SLAVE-toestellen
uploaden.
Om de upload-functie te activeren moet het wachtwoord ingevuld worden.
Wachtwoord:
Omhoog>omlaag>omhoog>omlaag.
bevestigen.
Wanneer u uw gegevens aan het uploaden bent, geven de MASTER- en SLAVE-eenheden GEEL licht.
Indien er een storing optreedt bij het uploaden, geven de MASTER- en/of SLAVE-toestellen ROOD
licht.
Wanneer het uploaden van een aangepast programma succesvol is voltooid, geven de MASTER- en
SLAVE-toestellen GROEN licht.
2)
Om de aangepaste modi naar hun standaardinstellingen te resetten, selecteert u REST.
3)
In het menu COL kunt u de functies voor het kalibreren van kleuren activeren/deactiveren.
Wanneer u RGB in het menu COL hebt geselecteerd, is RGB TO WHITE ingesteld.
Dit betekent RGB = 255, 255, 255.
De weergegeven kleur is de specifieke kleur die u in het menu CAL
Indien u een lagere waarde voor R, G of B (255, 255, 255) hebt ingesteld, is de gehele output lager.
Wanneer COL is ingesteld op OFF, RGB = 255,255,255.
De RGB-waarden zijn niet aangepast en de uitvoer is het krachtigste.
De parameters van RGB kunnen aangepast worden in CAL.
Wanneer UC geselecteerd is, wordt de RGB-opbrengst aangepast naar een standaard
vooringestelde kleur.
Op deze manier worden de kleuren van verschillende versies Spectral gebalanceerd om gelijk te zijn
aan elkaar.
4)
Betreed de DIM-modus om een bepaalde dimmermodus of dimmer-snelheid te selecteren.
Als de DIMMER ingesteld is op OFF (uit), dan zijn RGBW en de MASTER DIMMER lineair.
Dim 1/2/3/4 zijn snelheidsmodi van de niet-lineaire dimmer. DIM1 is het snelst en DIM4 het langzaamst.
De DIM-instelling heeft geen effect in TOUR-modus.
getoond wordt.
Druk vervolgens op ENTER om het wachtwoord te
15
RGB hebt gekalibreerd.