7.12
Dichtheid controleren
▶
Controleer de gasleiding, het verwarmingscircuit en het
warmwatercircuit op dichtheid.
▶
Controleer de VGA op onberispelijke installatie.
8
Aanpassing aan de installatie
U kunt de installatieparameters opnieuw vastleggen/wijzigen
(hoofdstuk "Diagnosecodes gebruiken").
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 34)
8.1
Branderwachttijd instellen
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. De brander-
wachttijd is alleen voor CV-bedrijf actief. De warmwaterfunc-
tie wordt tijdens een lopende branderwachttijd niet beïnvloed
door de tijdsinstelling.
8.1.1
Maximale branderwachttijd instellen
1.
Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 20)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 34)
2.
Stel de maximale branderwachttijd eventueel met de
diagnosecode d.02 af.
8.1.2
Resterende branderwachttijd terugzetten
▶
Houd de toets
langer dan 3 seconden ingedrukt.
◁
wordt op het display weergegeven.
8.2
Pompvermogen instellen
Het product is met een toerentalgeregelde hoogefficiënte
pomp uitgerust die zich automatisch aan de hydraulische
omstandigheden van de CV-installatie aanpast.
Als u in de CV-installatie een open verdeler geïnstalleerd
hebt, dan raden we u aan om de toerentalregeling uit te
schakelen en het pompvermogen op een vaste waarde in
te stellen.
▶
Wijzig evt. de instelling van het van de modus afhanke-
lijke pomptoerental onder het diagnosepunt d.14.
▶
Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 20)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 34)
8.2.1
Pompdiagrammen
VUW 256/6-3 EXP (L-NL) ecoFIT pro
0020288884_01 ecoFIT pro Installatie- en onderhoudshandleiding
Aanpassing aan de installatie 8
B
350
300
250
200
150
100
50
0
0
200
400
600
A
Restopvoerhoogte
[mbar]
B
Transportvolume [l/h]
VUW 306/6-3 EXP (L-NL) ecoFIT pro
B
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
0
200
400
600
A
Restopvoerhoogte
[mbar]
B
Transportvolume [l/h]
8.3
Overstroomklep instellen
Opgelet!
Kans op materiële schade door verkeerde
instelling van de hoogefficiënte pomp
Als de druk aan de overstroomklep verhoogd
wordt (naar rechts draaien), dan kan het bij
een ingesteld pompvermogen van minder
dan 100% tot een foute werking komen.
▶
Zet in dit geval het pompvermogen via
diagnoseparameter d.14 op 5 = 100%.
Voorwaarde: d.14 is op 0 = auto ingesteld
▶
Verander de fabrieksinstelligen niet.
Voorwaarde: d.14 is op 1 - 5 ingesteld
▶
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 11)
1
2
800
1000
1200
1
max. pulsbreedte modu-
latie
2
min. pulsbreedte modu-
latie
1
2
800
1000
1200
1400
1
max. pulsbreedte modu-
latie
2
min. pulsbreedte modu-
latie
A
A
25