Opmerking:
L Dit is het aanbevolen onderhoud. Nalaten om dit onderhoud uit te voeren annuleert niet de emissie garantie en beperkt niet de terugname verplichting
vóór verstrijken van de motorlevensduur. Ingersoll–Rand benadrukt echter het belang om aanbevolen onderhoud op de aangegeven tijden uit te voeren.
VERKLARING VAN ONDERHOUDSSCHEMA
Hieronder volgt een korte verklaring van het onderhoud in voorafgaand motor onderhoudsschema
1.
Oliepeil
2.
Olie lekkage controle
3.
Oliedrukmeter
4.
Oliedruk verklikker
5.
Motorolie verversen
6.
Oliefilter element
vervangen
7.
Brandstof lekkage
8.
Water uit filter/scheider
aftappen
9.
Brandstof filter element
vervangen
10.
Brandstofpompzeef
11.
Verstuiver controleren
12.
Koelmiddel peil
13.
Koelmiddel lek
controleren1
14.
Passing van radiatordop
15.
Ventilator snaar spanning
16.
KOELMIDDEL
TEMPERATUUR
17.
Koelmiddel verversen
18.
Waterpompvet
19.
Buitenzijde van radiator
reinigen
20.
Koelsysteem circuit
reinigen
21.
Werking van radiatordop
22.
Accu electrolytpeil
Controleren dat oliepeil tussen min. en max. streepjes staatIndien onder min. peil olie bijvullen tot max.
streepjeIndien boven max. peil streepje, olie aftappen tot max. peil bereikt is.
Eventueel beschadigde of onderdelen met storing die lekkage kunnen veroorzaken, vervangen.
Normale oliedruk is 30 à 85psi . Als druk abnormaal is, smeeroliesysteem controleren en repareren.
Als deze blijft branden, lampje en/of smeersysteem controleren en repareren.
Elke 500 uur of 6 maanden, welke hiervan het eerst plaatsvindt, vervangen
Elke 500 uur of 6 maanden, welke hiervan het eerst plaatsvindt, vervangen
Eventueel beschadigde of onderdelen met storing die lekkage kunnen veroorzaken, vervangen.
Water in brandstoffilter/scheider kom aftappen.
Primair (filter/scheider) en secundair element bij 500 uur of 6 maanden, welke hiervan het eerst plaatsvindt,
vervangen.
Elke 1000 uur of 12 maanden, welke hiervan het eerst plaatsvindt, zeef reinigen met lagedruk (minder dan 5bar)
perslucht en in schone brandstof spoelen. Zie fig. 30
Inspuiting opening druk en straalbeeld controleren. (Dit is een aanbevolen onderhoudspunt L). Uw plaatselijke
Ingersoll–Rand vertegenwoordiger of leverancier raadplegen.
Koelmiddelpeil controleren en eventueel koelmiddel bijvullen.
Eventueel beschadigde of onderdelen met storing die lekkage kunnen veroorzaken, vervangen.
De radiator dop moet stevig geïnstalleerd worden en goed afdichten.
Ventilatorsnaar doorbuiging controleren. Uitkijken naar scheurtjes, rafelen en slijtage. Eventueel vervangen.
Normale bedrijfstemperatuur is 75 à85°C (167 à 185°F). Als temperatuur abnormaal is, koelsysteem controleren
en repareren.
Koelmiddel elke 1000 uur of 12 maanden, welke hiervan het eerste plaatsvindt, verversen
Via nippel op pomphuis elke 1500 uur of 18 maanden, welke hiervan het eerste plaatsvindt, vers vet aanbrengen.
Alleen 4IRJ7N/T
Maandelijks controleren. Elke 250 uur of 3 maanden, welke hiervan het eerst plaatsvindt, reinigen. Onder zeer
stoffige voorwaarden eventueel vaker.
Elke 1000 uur of 12 maanden, welke hiervan het eerst plaatsvindt, reinigen.
Radiator drukdop periodiek op goede werking controleren. Uw plaatselijk Ingersoll–Rand filiaal of dealer
raadplegen.
Eventueel bijvullen met gedistilleerd water.
MOTOR ONDERHOUDSSCHEMA
96
7/31, 7/41, 7/51, 7/71, 12/56