6
System 10 Portable Camera-Mount Draadloos Installatie en bediening
Bediening Systeem
Draai de volumeregeling voor de hoofdtelefoon en het camera/
mengpaneelniveau naar beneden vóór u het draadloze systeem opstart.
Zet de zender nog niet aan.
Ontvanger aan...
Houd de voedingsknop (aan/uit) ingedrukt om de ontvanger aan te
zetten. De Voeding/Batterij-indicator zal groen oplichten en het blauwe
Systeem-ID-nummer op het voorpaneel zal oplichten.
Als de Voeding/Batterij-indicator groen knippert, moet de batterij van
de ontvanger worden opgeladen. U kunt de batterij opladen met de
meegeleverde netstroomadapter en USB-kabel volgens de instructies
onder Voedingsaansluiting op bladzijde 3. De RX-aanduiding voor de
batterijtoestand zal knipperen op het LCD-scherm tijdens het opladen
en rechts van "RX" zal een bliksemschichtje verschijnen. De Voeding/
batterij-indicator zal rood oplichten terwijl de batterij wordt opgeladen
en groen worden wanneer het opladen voltooid is. Audio-Technica
beveelt u aan de interne batterij eerst helemaal op te laden voor u
de ontvanger voor het eerst gaat gebruiken. Gemiddeld bedraagt de
oplaadtijd 4 uur en 30 minuten. Om de batterij goed te onderhouden,
kunt u het beste de ontvanger (in ieder geval soms) gebruiken zonder
de netstroomadapter en opladen wanneer dat nodig is.
Zender aan...
Als de zender wordt ingeschakeld, zal de groene koppelindicator van de
ontvanger oplichten en twee indicators zullen oplichten op de zender:
de zender Power/Batterij/Mute-statusindicator zal groen oplichten; en
de blauwe Systeem ID-weergave zal oplichten. De blauwe Systeem-ID-
weergave op de zender en de ontvanger gaat uit na 30 seconden om
de batterij te sparen; de zender Power/Batterij/Mute-statusindicator zal
blijven branden om de zenderstatus te vermelden.
Om de Systeem-ID-weergave opnieuw op te laten lichten, druk op de
Power/Mute-knop. Opmerking:Dit zal de Mute-status van de zender
veranderen. Een lichte aanraking van de stroomschakelaar schakelt
tussen "Mute" en "Unmute" werking.
De Power/Batterij/Mute-statusindicator van de zender licht rood op
wanneer de zender op "Mute" gaat, of groen om een "Unmute" status
aan te geven. In een situatie waarin de batterij bijna leeg is, begint de
Power/Batterij/Mute-statusindicator te knipperen.
De zenders hebben een soft-touch voeding/mute schakelaar. Wanneer
de schakelaar ingesteld is op "Mute" (rood LED-lampje), produceert de
zender RF zonder audio-signaal. Wanneer de schakelaar ingesteld is
op "Aan" (groen LED-lampje) produceert de zender zowel RF als audio.
Te veel audio-input naar de zender zal de rode AF-piekindicator van de
ontvanger doen oplichten.
Demping Ontvanger
Normaal gesproken moet de Audio-uitgang dempingsschakelaar
worden ingesteld op 0 dB en moet de algemene signaalversterking
worden ingesteld vanaf de camera. Als een camera niet beschikt over
een dergelijke instelling, of als de gevoeligheid te hoog ligt, dan moet
u de Audio-uitgang dempingsschakelaar gebruiken om het signaal te
dempen zodat het niet meer vervormd wordt.
Afstelling Ingangsniveau
Ingangsniveau-regelaars in de zenders zorgen ervoor dat u
prestaties kunt maximaliseren voor een bijzondere microfoon- of
gitaargevoeligheid, of aanpassen voor verschillende akoestische input-
niveaus.
Afstellen Ingangsniveau — UniPak
Schuif het batterijdeksel van de zender en verwijder de
schroevendraaier uit zijn clip. Met behulp van de schroevendraaier,
draai voorzichtig de "VOL" (Volume – Microfoon-/Instrumentniveau)
helemaal omhoog (met de klok mee, richting "H"). Controleer op
overmatige versterking door te spreken/zingen in de microfoon met
typisch luide niveaus terwijl u de Piekindicator van de ontvanger in het
oog houdt. Als de Piekindicator oplicht, draai de "VOL"-regelaar lichtjes
tegen de klok in tot de Piekindicator niet langer oplicht met maximum
audio-input naar de zender.
Afstellen Ingangsniveau — Handzender Transmitter
Schroef het onderste deksel van de behuizing los en schuif het eraf,
waardoor de schroevendraaier en "LEVEL" (ingangsniveau)-regelaar
(Afb. C) zichtbaar worden. Verwijder de schroevendraaier uit zijn
clip. Draai voorzichtig de "LEVEL"-regelaar met de klok mee tot het
maximum (richting "H"), dit is de standaardinstelling. Controleer op
overmatige versterking door te spreken/zingen in de microfoon met
typisch luide niveaus terwijl u de AF- Piekindicator van de ontvanger in
het oog houdt. Als de Piekindicator oplicht, draai de "LEVEL"-regelaar
lichtjes tegen de klok in tot de AF-Piekindicator niet langer oplicht met
maximum audio-input naar de mic/zender.
Plaats de schroevendraaier terug in de clip en sluit en
zet de onderste behuizing vast. Er zouden geen verdere
zenderversterkingsaanpassingen nodig moeten zijn, zolang de
akoestische input niet aanzienlijk verandert.
LET OP! De kleine niveau-regelaars zijn kwetsbaar, gebruik alleen de
bijgeleverde schroevendraaier. Forceer de trimmers niet buiten hun
normale 190° rotatiebereik.
Plaats de schroevendraaier in de daarvoor bestemde clip wanneer deze
niet in gebruik is.
Systeem-ID-Nummer Instellen & uw Zender en Ontvanger te
Koppelen
Uw systeem is in de fabriek vooraf geconfi gureerd om te werken zonder
verdere noodzakelijke koppelinstellingen; het werkt direct zo uit de
doos. Dat wil zeggen, de zender en ontvanger zijn reeds een digitaal
paar en ze werden toegewezen aan hetzelfde Systeem ID-nummer.
De koppelinstructies hieronder geschetst, zullen u helpen als u het
nodig acht om de Systeem-ID-nummers te veranderen in meervoudige-
systeemconfi guraties, of om een nieuwe zender aan een bestaande
ontvanger te koppelen.
OPMERKING:
Het Systeem-ID is een identiek nummer
toegewezen aan een gekoppelde zender en ontvanger voor
identifi catiedoeleinden. Het Systeem ID-nummer heeft geen relatie
met de zenderfrequentie. Vanwege de dynamische aard van de
Systeem 10 automatische frequentieselectie, kunnen de daadwerkelijke
zenderfrequenties veranderen tijdens het opstarten of uitvoering. Deze
frequentiewijzigingen zijn ononderbroken en niet hoorbaar.
Koppelen van een Ontvanger met Zenders
Opmerking:
Er kunnen maximaal acht zenders worden gekoppeld aan
de ontvanger.
1. Zet de ontvanger en de eerste zender aan.
2. Druk op de Systeem-ID-knop op de ontvanger om een ID-nummer
van 1 t/m 8 te kiezen. Het display van de ontvanger zal uw nieuwe
ID tonen en beginnen te knipperen.
3. Houd binnen 15 seconden de Koppelknop op de ontvanger
gedurende ongeveer één seconde ingedrukt. De Koppelindicator
begint groen te knipperen. Uw ontvanger staat nu in de
Koppelstand.
Zender
®