CAMERA - ONDERDELEN EN BEDIENINGSELEMENTEN (VERVOLG)
3. Vergrendelknop en lampje
Druk de vergrendelknop (Protect) tijdens de opname in om het huidige bestand te
vergrendelen. De knop licht rood op om aan te geven dat het bestand is vergrendeld.
Afhankelijk van het moment waarop de huidige opname wordt vergrendeld, zal de camera ook
de vorige en volgende opnamen opslaan. Dit werkt als volgt:
Als de vergrendeling wordt ingeschakeld na een derde van de opname, wordt ook de vorige
opname vergrendeld.
If the protection takes place during the final 3rd of a recording, the next recording will also be
protected.
Opmerking:
- De vergrendelknop wordt ook gebruikt als de camera met behulp van de USB-kabel aan een
computer wordt gekoppeld. Blijf de vergrendelknop ingedrukt houden terwijl je de camera
aan een computer koppelt, zodat de dashcam opstart in de bijwerkmodus (Update).
4. Wifiknop en lampje
Houd de wifiknop twee seconden ingedrukt om de wififunctie van de dashcam in te schakelen.
De knop blijft na het inschakelen langzaam blauw knipperen in afwachting van verbinding met
een smartphone/tablet enz.
De knop blijft continu blauw branden zodra het apparaat correct verbonden is. De wififunctie
wordt automatisch uitgeschakeld en het blauwe knipperende licht gaat uit als er binnen twee
minuten geen verbinding is gemaakt.
Zie pagina 32-38 voor informatie over het verbinden van mobiele apparatuur met de dashcam
en het gebruik van de Cam Viewer-app.
Opmerking:
- De vergrendelknop kan ook worden gebruikt om de SD-kaart te formatteren, zodra de
opname is gestopt. Houd de vergrendelknop zes seconden ingedrukt, het gele ledlampje zal
snel knipperen tijdens het formatteren van de SD-kaart.
18