Als geen versnelling is in-
3
geschakeld, brandt boven-
dien de controlelamp voor de
24
neutraalstand.
Koelvloeistoftemperatuur
De dwarsbalken boven het
temperatuursymbool geven
de koelvloeistoftemperatuur aan.
Benzinevoorraad
De liggende balken boven
het benzinepompsymbool
geven de resterende benzine-
z
voorraad aan. De bovenste balk
is vergroot weergegeven en komt
overeen met een overeenkomstig
grotere hoeveelheid benzine dan
de andere balken.
Na het tanken wordt nog gedu-
rende korte tijd het vorige peil
weergegeven, voordat de weer-
gave wordt geactualiseerd.
Weergaven met ban-
denspanningscontrole
SU
RDC
1
Bandenspanning afwisse-
lend met de kilometertel-
SU
lers
(
47)
Standaard
waarschuwingen
Weergave
Waarschuwingen worden door
de waarschuwingslampen 1 of
door de waarschuwingslamp al-
gemeen 2 in combinatie met een
waarschuwingsmelding of een
waarschuwingssymbool op het
multifunctioneel display weerge-
geven. Afhankelijk van de ernst
van de waarschuwingen gaat de
algemene waarschuwingslamp
rood of geel branden.