2.9 Elektrische aansluitingen
Zie modelschema. (§2.2 blz 4)
o De branders moeten volgens het AREI op het net worden aangesloten.
o Geen enkele spanning, zelfs voorbijgaand, tussen nulgeleider en
aarding is toegestaan
In geval van installatie zonder nulgeleider (of bij nulgeleider van slechte
kwaliteit), zorgen voor een isolatietransformator om een kunstmatige
nulgeleider te creëren. Daarvoor aansluitklem van secundaire van de
transformator direct op de aarding aansluiten.
o Alle gasbranders moet GEAARD worden.
o Regeling : Model RGA gasbranders worden aangestuurd met programmeerbare
regelaars MT100 DI, MT150 DI, MTH100 DI of MTH150 DI. Zie tevens de
meegeleverde handleidingen.
o De bekabeling mag in geen geval door de verhittingszone worden geleid. (zie
onderstaande tekening)
o Te gebruiken aansluitkabel
Bedieningspaneel - verdeeldoos (en tussen de
verdeeldozen
Verdeeldoos en gasbrander
Bedieningspaneel - voeler
TUSSEN
KABELSOORT
U1000 RO 2V 3G1,5
Gebruik meegeleverde stekker.
Kleurcode:
Groen/geel : AARDE
Blauw : NUL
Bruin : FASE
Gebruik de meegeleverde coaxkabel.
(rollen van 20, 60 en 300 m)
12
230V
~
230V
~
F + N + Aarding
Naar controlekast