Lijst met menu's
In deze paragraaf worden de menu's beschreven die
verschijnen als u de functieknop gebruikt. De instelling
die is aangegeven met
standaardinstelling weer.
Onderdeel
Functie
BEEP
Hiermee zet u
pieptonen bij het
bedienen aan en
uit. Pieptonen bij
fouten worden
hierdoor niet
uitgezet.
CLEAN
Hiermee start u
het schoonmaken
van de afdrukkop
CLEAR
Hiermee
verwijdert u
afbeeldingen uit
het geheugen.
.
AT
CUT
Hiermee zet u het
(alleen bij
automatisch
UP-990AD)
afsnijden van
afdrukken aan en
uit.
a)
DIR
Hiermee kiest u
of u het scherm
van boven naar
beneden of van
beneden naar
boven afdrukt
geeft de
Instellingen
BE: OFF: Geen piepjes bij
het bedienen van het
apparaat.
[BE: ON]: Wel piepjes.
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
[CLN: OK]: Hiermee start u
het reinigen. Gebruik altijd
het meegeleverde
reinigingsblad.
BACK: Hiermee annuleert
u het reinigen en keert u
terug naar de vorige kolom
in het stroomschema.
[CLR: OK]: Hiermee
verwijdert u alle
afbeeldingen in het
geheugen.
BACK: Hiermee annuleert
u het verwijderen en keert u
terug naar de vorige kolom
in het stroomschema.
CT:OFF: Het papier wordt
afgesneden wanneer u op
de knop CUT drukt.
[CT:ON]: Het papier wordt
automatisch afgesneden.
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
DI: REV: Hiermee drukt u
af in achterwaartse richting
(startend vanaf de
bovenkant van het scherm).
[DI: NOR]: Hiermee drukt u
af in normale richting
(startend vanaf de
onderkant van het scherm).
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
Onderdeel
Functie
FEED
Hiermee stelt u de
(UP-990AD)
boven- en
ondermarge van
de afdruk in.
FEED
Hiermee
(UP-970AD)
selecteert u de
papiertoevoermet
hode na het
afdrukken.
GAMMA
Hiermee
selecteert u de
kleurtoon van de
afdrukken
(dichtheid-
gradatie)
IMAGE
Hiermee kiest u
voor gewoon of
negatief
afdrukken
Met het menu aanpassingen en instellingen maken
Instellingen
[FE: 0]to FE:15: Hiermee
stelt u de marge in in 16
stappen van 0 tot 15. Elke
stap hoger vergroot de
boven- en ondermarge met
5 mm. De boven- en
ondermarge kunnen
maximaal 75 mm groot
zijn. Standaard is de
instelling "0", waarmee u
een smalle marge tussen
twee afbeeldingen krijgt.
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
[FE: ON]: Hiermee vergroot
u de marge tussen
afdrukken.
FE:OFF: Gebruik deze
instelling als u de marge
kleiner wilt maken of als u
meerdere afbeeldingen op
hetzelfde blad papier wilt
afdrukken. U reduceert de
marge tussen de afdrukken
waardoor u meer
afbeeldingen per papierrol
kunt afdrukken. Als u deze
instelling kiest moet u
echter op de knop FEED
drukken voordat u het
papier kunt afsnijden.
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
GA:3: TONE 3 Harde
gradatie
GA:2: TONE 2 Zacht
[GA:1]: TONE 1 Standaard
gradatie
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
IM:NEG: Hiermee wordt
negatief afgedrukt.
[IM:POS]: Hiermee wordt
normaal afgedrukt.
BACK: Hiermee annuleert
u het wijzigen van de
instelling en keert u terug
naar de vorige kolom in het
stroomschema.
35