De telefoon
Symbolen
Symbool Beschrijving
Toont de sterkte van het
ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes,
hoe sterker het signaal.
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt wanneer u verbinding hebt
met het GPRS-netwerk.
Verschijnt wanneer u buiten bereik van
uw eigen netwerk bent, bijvoorbeeld in
het buitenland.
Verschijnt wanneer er een nieuw
tekstbericht is binnengekomen.
Verschijnt wanneer er een nieuw voice
mailbericht is binnengekomen.
Verschijnt wanneer u het alarm hebt
ingesteld.
Verschijnt wanneer de stille stand
aanstaat of wanneer u de menuoptie
Type belsignaal (Menu 5.3) zodanig
hebt ingesteld dat de telefoon trilt
wanneer u een oproep ontvangt. Zie
respectievelijk pagina 28 en pagina 100
voor meer informatie.
Verschijnt wanneer de Infraroodpoort
geactiveerd is. Zie pagina 104 voor
meer informatie.
Verschijnt wanneer de stille stand actief
is.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
14
Verlichting
De achtergrond van het display en het toetsenbord
zijn verlicht. Wanneer u op een toets drukt of het
klepje opent, gaat de verlichting aan en blijft aan
gedurende een bepaalde tijd, afhankelijk van de
instellingen in het menu Verlichting. Om stroom te
besparen wordt het display na een minuut
uitgeschakeld.
Met behulp van het menu Verlichting (Menu
6.2.4) kunt u instellen hoe lang de verlichting aan
blijft. Zie pagina 106 voor meer informatie.
Met het menu Verlichting automatisch (Menu
6.2.5) kunt u de telefoon ook zo instellen dat de
verlichting alleen gedurende een bepaalde periode
wordt gebruikt. Zie pagina 107 voor meer
informatie.
Standby-lampje
Het standby-lampje bevindt zich op het klepje. Het
knippert wanneer er diensten beschikbaar zijn op
de telefoon.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met het
menu Standby-lampje (Menu 6.2.6). Zie
pagina 107 voor meer informatie.
De telefoon
Standby-lampje
15