Besturingsinstructies
Parkeer-/noodrem
Deze eenheid is uitgerust met een parkeerrem.
Schakel de parkeerrem altijd in als het apparaat
niet wordt bediend. De rem kan ook worden gebruikt
om de machine in een noodsituatie te vertragen.
1. Duw met uw voet op de remhendel
om de parkeerrem in te schakelen.
2. Til met uw voet de remhendel op om de parkeerrem
te ontgrendelen.
ti18565a
OPMERKING: Stel de schroef af om de remkracht
te vergroten of te verkleinen.
Aandrijvingskoppeling
Dankzij het verbindingsventiel van de wielmotor kan
de operator de wielspanning ontkoppelen en de eenheid
in het rond duwen. Roteer een volledige draai tegen
de wijzers van de klok in om te ontkoppelen.
3$
20
ti18550a
+
+
Afstelling voor rechte belijning
Het voorste wiel is ingesteld om de eenheid te centreren,
zodat de operator rechte lijnen kan spuiten. Mettertijd
raakt het wiel mogelijk fout uitgelijnd, waardoor het
opnieuw moet worden afgesteld. Om het voorste wiel
opnieuw te centreren, volgt u de onderstaande stappen:
1. Draai de twee bouten op de wielcentreerplaat los.
2. Als de belijner naar rechts afbuigt, draait u de
afstelschroef met de wijzers van de klok mee.
ti18548a
3. Als de belijner naar links afbuigt, draait u de
afstelschroef tegen de wijzers van de klok in.
4. Doe een testrit met de belijner. Herhaal stappen 2
en 3 tot de belijner recht rijdt. Draai de twee bouten
op de wielcentreerplaat aan om de nieuwe
wielinstelling te blokkeren.
ti18576a
ti18586a
ti18585a
ti18591a
ti18592a
3A3752C Bediening