Inhoudsopgave
Advertenties
8.3.1 4 manieren om de gegevens door interface RS 232C te versturen
Gegevensuitgave met de toets PRINT
Het printproces kan met de toets PRINT worden gestart.
De instellingen AUTOPRINT en Dauer-PRINT dienen daarbij te worden uitgeschakeld.
AUTOPRINT (gegevensuitgave na opleggen van het gewicht)
De instelling AUTOPRINT bevindt zicht in het pad PRINTER en kan daar aan- of uit worden
gezet. Indien de instelling AUTOPRINT actief is, wordt de actuele weegwaarde door de
interface RS 232 verstuurd nadat de weegschaal wordt ontlast, opnieuw belast en de
stabilisatietoestand wordt verkregen.
Dauer-PRINT (constante gegevensuitgave)
De instelling Dauer-PRINT bevindt zicht in het pad PRINTER en kan daar aan- of uit
worden gezet. Indien de instelling Dauer-Print actief is, worden de actuele weegwaarden
door de interface RS 232 continu verstuurd.
Gegevensuitgave door het bevel van afstandsbediening
Het bevel van afstandsbediening wordt naar de weegschaal in de vorm van de ASCII
tekens verstuurd en maakt de volgende weegschaalfuncties mogelijk (elke keer met het
bevel CR, LF! afgesloten):
t
Tarreren
w
Door de seriële interface wordt door de weegschaal de weegwaarde verstuurd
(ook instabiel).
s
Door de seriële interface wordt door de weegschaal de stabiele weegwaarde
verstuurd.
Door één van deze tekens "w" of "s" te ontvangen worden door de weegschaal verstuurde
gegevens door de printer zonder spaties tussen de tekens geprint.
8.3.2 Beschrijving van de gegevenstransmissie
De structuur van elke gegevenstransmissie is als volgt:
Bit.Nr. 1
2
3
N
N N
Bit.Nr. 21 22 23 24 25 26
E
E
E
N
=
B*:
=
.
B, 0,
, g:
=
E
=
CR:
=
LF:
=
FKT_IKT_PKT-BA-nl-1637
4
5
6
7
8
N
N
B
B
B
E CR LF
Teller
Leeg teken of bij het symbool % Autotarra in het nulbereik.
Leeg teken of weegwaarde met een eenheid, afhankelijk van de weegschaalbelasting.
Eenheid
Carriage Return
Line Feed
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
B
B
B
B
B
B
B
B
0
•
0
0
49
Advertenties
Inhoudsopgave
