1. Snel aan de slag
9. [Gebruikersinstellingen/Teller]
• Gebruikersinst.:
Druk hierop om de standaard- of bewerkingsparameters aan de hand van de vereisten te wijzigen. Zie
Pag.25 "Toegang tot gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen)".
• Teller:
Druk op deze knop om de tellerwaarde te bekijken of af te drukken. Zie Pag.49 "Andere functies".
10. Het aan/uit-indicatielampje
Het aan/uit-indicatielampje brandt als de bewerkingsschakelaar is ingeschakeld.
11. Aan/uit-indicatielampje
Het aan/uit-indicatielampje brandt als de hoofdstroomschakelaar is ingeschakeld.
• Schakel de hoofdstroomschakelaar niet uit terwijl het aan/uit-indicatielampje brandt of knippert. Dit kan
het geheugen beschadigen.
12. Bewerkingsschakelaar
Druk hierop om het apparaat in te schakelen. Het aan/uit-indicatielampje brandt. Om het apparaat uit te
schakelen, drukt u opnieuw op deze knop.
13. [Online]-knop
• Printer-/Scannerhandleiding
14. [Lichter] en [Donkerder]-knoppen
Druk hierop om de dichtheid van de afdruk te wijzigen. Selecteer de dichtheid van de afdruk met toenames
van vijf, lichter naar donkerder.
15. Toets Origineeltype
Druk hierop om het origineeltype geregistreerd in [Origineel type 1 (Tekst)] of [Origineel type 2 (Foto)] te
selecteren. Als het origineeltype geselecteerd is, gaat het betreffende indicatielampje aan.
16. Selectieknoppen
Deze corresponderen met items op het scherm. Druk hierop om het corresponderende item te selecteren.
17. [Escape]-knop
Druk hierop om een handeling te annuleren of terug te gaan naar het vorige scherm.
18. [OK]-knop
Druk hierop om een geselecteerd item of een ingevoerde numerieke waarde in te stellen.
19. Cijfertoetsen
Druk hierop om numerieke waarden in te voeren.
20. [ ]-knop
Druk hierop om een geselecteerd item of een ingevoerde numerieke waarde in te stellen.
21. [Start]-knop
Druk op deze knop om te kopiëren, af te drukken of te scannen.
16