·
Stel de gordelhoogte altijd vóór het be-
gin van de rit in conform de juiste zit-
houding.
·
Verander nooit de gordelhoogteverstel-
ling tijdens het rijden.
Gordeloprolautomaat, gordel-
spanner, gordelspankrachtbe-
grenzer
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 46.
De veiligheidsgordels in de wagen zijn een
onderdeel van het wagenveiligheidscon-
cept → pag. 56 en hebben de volgende
belangrijke functies:
Gordeloprolautomaat
De veiligheidsgordels aan de voorstoelen
en afhankelijk van de uitrusting aan de zit-
plaatsen achterin zijn met een gordeloprol-
automaat uitgerust. Wanneer langzaam
aan de veiligheidsgordel wordt getrokken
of wanneer u normaal rijdt, wordt bij de
schoudergordel volledige bewegingsvrij-
heid gegarandeerd. Bij snel uittrekken van
de veiligheidsgordel, plotseling remmen, bij
het rijden in de bergen, in bochten en bij ac-
celereren blokkeert de gordeloprolauto-
maat echter de veiligheidsgordel.
Gordelspanners
De volgende veiligheidsgordels zijn afhan-
kelijk van de uitrusting met gordelspanners
uitgerust:
— Voorstoelen.
— Buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij.
Gordelspanners worden bij zware frontale
aanrijdingen en aanrijdingen van opzij en
van achteren door sensoren geactiveerd en
spannen de veiligheidsgordels tegen de uit-
trekrichting in. Een loszittende veiligheids-
gordel wordt gespannen waardoor de voor-
waartse beweging van de inzittenden of de
beweging van de inzittenden in de richting
van de klap wordt verminderd. De gordel-
spanner werkt afhankelijk van de uitrusting
samen met het airbagsysteem.
52
Veiligheid
Bij activering kan fijn stof ontstaan. Dat is
volledig normaal en betekent niet dat er in
de wagen brand is uitgebroken.
WAARSCHUWING
De beschermende functie van de gordel-
spanners is ontwikkeld voor één active-
ring van de gordelspanners. Als de gordel-
spanners zijn geactiveerd, moet het sys-
teem worden vervangen.
·
Laat geactiveerde gordelspanners en
betreffende systeemonderdelen direct
vervangen door nieuwe onderdelen die
voor de wagen zijn goedgekeurd.
·
Laat reparaties en wijzigingen aan de
wagen alleen door een hiervoor gekwa-
lificeerde specialist uitvoeren. Hiervoor
gekwalificeerde specialisten hebben de
noodzakelijke gereedschappen, elek-
tronicatesters, reparatie-informatie en
gekwalificeerd personeel.
·
Bouw nooit uit oude wagens uitge-
bouwde of uit de recycling afkomstige
gordelspanneronderdelen in de wagen
in.
·
Wijzig nooit welke component dan ook
van de gordelspanners.
Gordelspankrachtbegrenzers
De veiligheidsgordels zijn afhankelijk van de
uitrusting met gordelspankrachtbegrenzers
uitgerust. Bij een ongeval vermindert een
gordelspankrachtbegrenzer de op het li-
chaam werkende kracht van de veiligheids-
gordel.
Als de wagen of afzonderlijke onder-
delen van het systeem worden ver-
schroot, moeten alle veiligheidsvoorschrif-
ten worden opgevolgd. Deze voorschriften
zijn hiervoor gekwalificeerde specialisten
bekend.
Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 46.
Bij werkzaamheden aan de gordelspanner
alsmede bij het uit- en inbouwen van ande-
re wagenonderdelen in het kader van repa-