Ingebruikname
Voor de eerste ingebruikname
Voor de eerste ingebruikname moeten absoluut de vol-
gende werkzaamheden worden uitgevoerd:
1. Controleer of de mechanische montage volgens de
voorschriften is uitgevoerd.
2. Controleer of de aansluiting aan de plaatselijke ver-
warmingsinstallatie volgens de voorschriften is uitge-
voerd.
3. Controleer de werking van de vorstbeschermingsin-
richting.
Indien gemonteerd.
4. Controleer of hete oppervlakken, b.v. toevoerleidin-
gen, tegen onopzettelijk aanraken beschermd zijn.
5. Controleer of de elektrische bedrading van het appa-
raat volgens de geldige richtlijnen en normen en met
inachtneming van de bijgevoegde schakelschema's
is uitgevoerd.
6. Controleer de ventilatorruimte en de aanzuig- en uit-
blaasopeningen op vreemde voorwerpen.
7. Controleer of alle uitblaasopeningen geopend zijn.
8. Controleer de afstand tussen beluchtingsrotor en be-
huizing op gelijkmatige spleetmaat.
9. Schakel de netaansluiting naar het schakelapparaat
vrij en schakel het apparaat in via de regelschakelaar.
10. Controleer de draairichting van de ventilator aan de
hand van de pijlrichting.
De verandering van de draairichting gebeurt door 2
fases te verwisselen.
11. Houd er rekening mee dat bij de inzet van een toe-
rentalregeling het vermogen van het regelapparaat
moet zijn afgestemd op het vermogen
van de motor.
12. De ingebruikname is zo lang verboden, tot is vastge-
steld dat de vakkundige montage en elektrische in-
stallatie voldoet aan de voorschriften van de EG-
richtlijnen 89/392/EEG en 73/23/EEG.
Tijdens de eerste ingebruikname
Tijdens de ingebruikname moet de werking en juiste in-
stelling van alle regel-, besturings- en veiligheidsinrich-
tingen gecontroleerd worden. Ga bij de ingebruikname
als volgt te werk:
1. Meet het stroomverbruik van de ventilator.
De nominale stroom mag in de betreffende schakel-
niveaus de op het typeplaatje vermelde waarde niet
overschrijden.
2. Controleer de besturings-/regelfunctie van de venti-
lator.
3. Controleer de motorbeveiligingsfunctie van de venti-
lator.
4. Controleer de werking van de ruimtethermostaat.
Indien gemonteerd.
5. Controleer de rustige loop van de ventilator.
6. Controleer de hele installatie op eventuele trillingen.
7. Controleer de toevoerleidingen voor het verwar-
mingsmiddel op aansluiting en dichtheid volgens de
voorschriften.
Na isoleren van het schakelapparaat van het net,
een netuitval of een stooruitschakeling moet voor
de nieuwe start van het apparaat altijd eerst de re-
gelschakelaar in stand „0" teruggeschakeld worden.
Buitenbedrijfstelling
Voor langere bedrijfspauzes
◊
Schakel de elektrische aansluiting aan alle polen uit.
◊
Maak het systeem bij kans op vorst leeg, als er geen
geschikt antivriesmiddel werd toegevoegd aan het
verwarmingsmedium (water).
Een volledige lediging van de warmtewisselaar is
alleen mogelijk met behulp van perslucht.
Klantendienst en
garantie
Voorwaarde voor eventuele garantieclaims is dat de
besteller of diens afnemer binnen een redelijke tijd ten
aanzien van verkoop en ingebruikname het bij elke
REMKO stookautomaat gevoegde „Garantiecertificaat"
volledig ingevuld heeft teruggezonden aan REMKO
GmbH & Co. KG.
De foutloze werking van de apparaten werd in de fabriek
meermaals gecontroleerd. Als er niettemin functiestorin-
gen optreden, die door de exploitant niet met behulp
van de storingseliminering geëlimineerd kunnen
worden, gelieve u dan te wenden tot uw handelaar of
contractant.
Een ander bedrijf/bediening dan beschreven in de-
ze handleiding is niet toegelaten!
Bij niet-inachtneming vervalt elke aansprakelijk-
heid en het recht op garantie.
Doelmatig gebruik
De apparaten zijn omwille van hun conceptie en uitrusting
uitsluitend geconcipieerd voor verwarmings- en ventilatie-
doeleinden in de industrie resp. nijverheid.
Bij niet-naleving van de opgaven van de fabrikant, de
wettelijke eisen of na eigenmachtige veranderingen aan
de apparaten is de fabrikant niet aansprakelijk voor de
daaruit resulterende schade.
7