4. Pas de positie van de papiergeleiders aan.
Bevestigen aan papierlade 2
1. Verwijder de enveloppenaanvoer A uit
papierlade 2.
Enveloppenaanvoer
Aanvoer A
2. Bevestig de enveloppenaanvoer A.
Installeer
deze door
uitlijning
met het
gat.
3. Pas de positie van de papiergeleiders aan.
2
Plaats de enveloppen.
De voorzijde van
de enveloppen
omhoog
3
Schuif de papierlade in de machine.
4
Druk op
5
Druk op [Voorkeuren] [Papierinstellingen]
[Papierinstellingen] op het aanraakscherm.
6
Instellingen/Registr.
<Papierinstellingen>
1. Selecteer de
papierbron.
Details van geselecteerde papier
2. Druk op
Instellingen/Registr.
<Envelop: Invoer korte kant>
Koppel de envelopaanvoer aan om envelop. te plaatsen.
3. Selecteer het
type envelop.
Annuleer inst.
Resterend
Gebr. papier is bijna op.
4. Druk op
Inst.
Gebruikersformaat
Envelop
Normaal 1 (64-75 g/m2)
OK
OK
15